Het krijgen van een schenking is een welkome financiële meevaller. Je kunt een geldbedrag, vastgoed of een andere waardevolle bezitting ontvangen. Maar voordat je bedenkt wat je met deze schenking wilt doen, is het belangrijk om de fiscale aspecten ervan te begrijpen. Lees waar je fiscaal gezien rekening mee moet houden als je een schenking ontvangt.
Als je een schenking ontvangt van iemand die in Nederland woont, moet je daar mogelijk schenkbelasting over betalen. Dat geldt ook als je een schenking krijgt van iemand met de Nederlandse nationaliteit die korter dan tien jaar geleden is geëmigreerd. Of van iemand met een buitenlandse nationaliteit die korter dan één jaar geleden is geëmigreerd uit Nederland.
Hoeveel schenkbelasting je moet betalen, hangt af van je relatie tot de schenker én van de omvang van de schenking. In het algemeen geldt: hoe verder weg de familierelatie, hoe hoger het tarief en hoe lager de vrijstelling.
| Kinderen (jaarlijkse vrijstelling) | € 6.713 | ||
|---|---|---|---|
| Kinderen 18 t/m 39 jaar (eenmalige vrijstelling) | € 32.195 | ||
| óf verhoogde vrijstelling voor studie (onder voorwaarden) | € 67.064 | ||
| Overige verkrijgers (jaarlijks) | € 2.690 |
| Belast deel van de schenking (na vrijstelling) | Tariefgroep I (partner en kinderen) | Tariefgroep IA (kleinkinderen) | Tariefgroep II (overige verkrijgers) |
|---|---|---|---|
| 0 - € 154.197 | 10% | 18% | 30% |
| ≥ € 154.197 | 20% | 36% | 40% |
Meerdere schenkingen die je van dezelfde persoon in een jaar krijgt, tel je bij elkaar op en worden als één schenking gezien . Schenkingen die je krijgt van twee personen die elkaars partner zijn, moet je ook bij elkaar optellen. En voor schenkingen van je ouders geldt dat je die altijd bij elkaar moet optellen, ook al zijn ze gescheiden.
Heb je zelf een partner? Dan moet je schenkingen van dezelfde persoon aan jou en je partner ook bij elkaar optellen. Voor de vrijstelling en het tarief mag je de dichtstbijzijnde familierelatie nemen.
Let op: het fiscaal partnerschap voor ongehuwde samenwoners is voor de schenk- en erfbelasting minder ruim dan het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting. Voor de schenkbelasting ben je pas fiscaal partner als je bent ingeschreven op hetzelfde adres én gedurende vijf jaar een gezamenlijke huishouding voert. Met een notariële samenlevingsovereenkomst is de minimale duur beperkt tot twee jaar.
Als je een schenking krijgt die hoger is dan de vrijstelling, dan moet je daarvan aangifte doen. Dat doe je uiterlijk voor 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar van de schenking. Krijg je bijvoorbeeld in 2025 een schenking van je oma van € 10.000, dan moet je voor 1 maart 2026 aangifte schenkbelasting doen. Dit kan digitaal.
Krijg je een schenking die lager is dan de vrijstelling, dan hoef je meestal geen aangifte te doen. Een uitzondering hierop is een schenking van je ouders waarmee je gebruikmaakt van de eenmalige hoge schenkingsvrijstelling van € 32.195 (of € 67.064 voor een dure studie). Daarvan moet je altijd aangifte doen, ook al hoef je geen schenkbelasting te betalen.
Krijg je een schenking boven de vrijstelling? Dan ben jij degene die de schenkbelasting moet betalen. Dat kan lastig zijn als je geen geldbedrag krijgt, zoals bij een notariële schuldigerkenning of schenking van vastgoed. Dan kan de schenking ‘vrij van recht’ uitkomst bieden. De schenker neemt dan de schenkbelasting voor zijn of haar rekening. Dat is dan ook weer een belaste schenking. In de aangifte schenkbelasting kun je dat aangeven. Bij een schenking ‘vrij van recht’ is het meestal handig dat de schenker de aangifte schenkbelasting doet. Let op: jij bent dan nog steeds aansprakelijk voor de schenkbelasting. Betaalt de schenker niet, dan moet jij nog steeds betalen en heb je een vordering op de schenker.
De schenker kan bij een schenking bepalen dat je die pas in de toekomst krijgt, op een moment dat aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Bijvoorbeeld dat de schenker op dat toekomstige tijdstip nog leeft of dat jij je studie eerst succesvol moet hebben afgerond. Dit heet een schenking onder opschortende voorwaarde. Voor de schenkbelasting geef je de schenking dan pas aan in het jaar dat aan de voorwaarde wordt voldaan en je de schenking ontvangt.
Voor de inkomstenbelasting ligt dat anders. Omdat de schenking onder opschortende voorwaarde nu gedaan wordt, heb je een vorderingsrecht op de schenker. Dat recht moet je in box 3 als bezitting aangeven. Voor de schenker is het een schuld in box 3. Lastig daarbij is hoe je het vorderingsrecht en de bijbehorende schuld moet waarderen. Door de opschortende voorwaarde zijn de vordering en de schuld minder waard dan de hoofdsom. Maar hoe je de werkelijke waarde precies berekent, is op dit moment niet duidelijk.
Geschreven naar de stand van zaken op 17 november 2025.
Disclaimer
Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wil je persoonlijk advies, overleg dan met je fiscaal adviseur of notaris over de mogelijkheden.
Of je vraag nu gaat over beleggen, sparen, aanvullend pensioen, schenken of nalatenschap: een Evi vermogenscoach biedt je breed inzicht in de mogelijkheden.
Meer over vermogenscoaching
Het krijgen van een schenking is een welkome financiële meevaller. Controleer of je schenkbelasting moet betalen en kies wat je met het geld gaat doen.
Het jaar is bijna voorbij. Tijd om, samen met je financieel adviseur of fiscalist, te bekijken welke zaken je in 2025 nog moet regelen. Of wat je juist moet uitstellen tot het nieuwe jaar.
Heb je in 2025 een schenking ontvangen? Doe dan vóór 1 november aangifte schenkbelasting. Zo kun je vóór 1 januari betalen en je vermogen in box 3 verlagen bij de Belastingdienst.