

De tegenbewijsregeling in box 3 is een veelbesproken onderwerp, waarover Evi je graag op de hoogte houdt. Zo las je onlangs over het wetsvoorstel dat het kabinet in maart naar de Tweede Kamer stuurde. Even terug, hoe zat dat ook alweer? Deze regeling moet ervoor zorgen dat belastingbetalers recht hebben op rechtsherstel, wanneer het werkelijk behaalde rendement lager is dan het fictieve rendement. Nog voor de zomer behandelen de Tweede en Eerste Kamer dit voorstel.
Zeker is wél dat deze regeling ook van toepassing gaat zijn op Nederlands vastgoed. Wat dat precies betekent? In deze blog gaat Evi daar dieper op in.
In het kort: Nederlands vastgoed valt meestal onder box 3-vermogen. Dit betekent dat je de tegenbewijsregeling ook kunt toepassen op jouw vastgoed. Evi geeft antwoord op zes veelgestelde vragen:
Er vallen verschillende soorten vastgoed onder box 3-vermogen, denk aan:
In principe is de ‘regel’ dat je belasting betaalt over box 3-vermogen op basis van een fictief rendement. Dit zijn door de overheid vastgestelde percentages waarmee de Belastingdienst berekent hoeveel belasting je moet betalen. Vastgoed valt onder de groep ‘overige bezittingen’ van jouw box 3-vermogen.
Wij zetten de belangrijkste zaken voor je op een rij over het fictief rendement voor vastgoed in 2025:
Maar waar het wetsvoorstel over de tegenbewijsregeling juist om gaat, is dat je óók mag uitgaan van het werkelijk rendement. Dit is aantrekkelijk als het werkelijk rendement lager is dan het fictief rendement. Voor het werkelijk rendement voor vastgoed kijk je naar:
Een niet-woning is een beleggingspand. Denk aan een kantoor of winkelpand.
Als je de niet-woning het hele jaar bezit, dan kijk je naar het verschil in de werkelijke waarde. Hierbij vergelijk je het begin met het eind van het jaar. Dit stel je vast door middel van een taxatie. De werkelijke waarde wordt ook wel ‘waarde in het economisch verkeer’ genoemd.
Daarnaast zijn er nog een aantal regels van toepassing bij het vaststellen van je werkelijk rendement voor vastgoed. Wij zetten ze voor je op een rij:
Fictief of werkelijk rendement: volgens bovenstaande regels kan je beide toepassen op jouw vastgoed in box 3. Bekijk hieronder een voorbeeldberekening.
Voorbeeld
De situatie:
Let op: dit is een fictief voorbeeld om te laten zien hoe je deze berekening kán maken. Hierbij rekenen wij met de getallen die gelden voor het belastingjaar 2023:
De box 3-heffing op basis van het fictief rendement:
Rendement overige bezittingen | 6,17% x € 400.000 x 84% (leegwaarderatio) | € 20.731 |
Rente schulden | 2,46% x € 100.000 -/- € 3.400 (schuldendrempel) | € 2.376 -/- |
Fictief rendement | € 18.355 | |
Effectief rendementspercentage | € 18.355 / waarde bezittingen – schulden € 18.355 / € 336.000 (waarde woning met leegwaarderatio) - € 96.600 (schuld min de schuldendrempel) € 18.355 / € 239.400 |
7,67% |
Box 3-grondslag | € 239.400 -/- € 57.000 (heffingsvrij vermogen) | € 182.400 |
Box 3-inkomen | 7,67% x € 182.400 | € 13.990 |
Box 3-heffing | € 13.990 x 32% | € 4.476 |
De box 3-heffing op basis van het werkelijk rendement:
Directe opbrengsten (huur) | 12 x € 1.000 | € 12.000 |
Vermogensaanwas (WOZ-waardestijging) | (€ 415.000 -/- € 400.000) x 84% | € 12.600 + |
Renteaftrek | € 100.000 x 3% | € 3.000 -/- |
Kostenaftrek | Niet mogelijk | € 0 -/- |
Werkelijk rendement | € 21.600 | |
Box 3-heffing | € 21.600 x 32% | € 6.912 |
Of het fictief of werkelijk rendement aantrekkelijker is, hangt af van jouw persoonlijke situatie. Op basis hiervan bepaal je welke van de twee voor jou het voordeligst is. Bij het bovenstaande rekenvoorbeeld is het fictief rendement aantrekkelijker. Dat komt bijvoorbeeld door de waardestijging van het vastgoed. Daarnaast mag je bij het werkelijk rendement geen kosten aftrekken en is er geen heffingsvrij vermogen.
Let op: houd er altijd rekening mee dat je wordt belast op basis van het fictief of werkelijk rendement voor je héle box 3-vermogen. Zo kan je bijvoorbeeld niet kiezen voor belasten met een fictief rendement over je aandelen en een werkelijk rendement over je vastgoed. Het is wél mogelijk om per jaar een andere keuze te maken.
Wij raden aan om te overleggen met een fiscaal adviseur over wat handig is in jouw persoonlijke situatie: het gebruiken van het fictief of het werkelijk rendement.
De volgende stap is dat de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel moeten goedkeuren. Zij behandelen het voorstel voor de zomer van 2025. Tot die tijd hoef je geen werkelijk rendement door te geven. Zodra dat mogelijk is, stuurt de Belastingdienst je hierover een brief. Waarschijnlijk kan dit vanaf de zomer van 2025.
Deze tekst is geschreven naar de stand van zaken op 9 mei 2025.
Disclaimer
Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wil je persoonlijk advies? Overleg dan met je fiscaal adviseur over de mogelijkheden.
Waardepeildatum
De waardepeildatum is 1 januari van het jaar vóór het jaar waarover de WOZ geldt.
Leegwaarderatio
De leegwaarderatio is een percentage dat aangeeft hoeveel een verhuurde woning waard is voor de belasting. Deze waarde is vaak minder dan een niet-verhuurde woning.
Schuldendrempel
Alleen met het bedrag dat bóven de schuldendrempel ligt, mag rekening gehouden worden bij de berekening van het fictieve rendement.
Heffingsvrij vermogen
Het heffingsvrij vermogen is het gedeelte van je box 3-vermogen dat is vrijgesteld van belasting.
In mei of juni ontvangen de meeste mensen vakantiegeld, ongeveer 8% van het bruto jaarsalaris. Nederlanders besteden het aan uitgaven, sparen of beleggen. Evi biedt informatie voor bewuste keuzes.
Het kabinet diende een wetsvoorstel in voor de tegenbewijsregeling in box 3, gericht op rechtsherstel bij lager werkelijk rendement dan fictief. Eerste en Tweede Kamer behandelen dit voor de zomer.
In maart stuurde het kabinet een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer om de belastingheffing in box 3 te laten aansluiten bij uitspraken van de Hoge Raad, met focus op werkelijk vs. fictief rendement.