Tegenbewijsregeling box 3 - Klantinformatie

In de zomer van 2025 komt het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) beschikbaar. Met dit formulier kunt u het werkelijk rendement van uw box 3-vermogen doorgeven aan de Belastingdienst. Op deze pagina leest u hier meer over.

Hulp nodig met het OWR-formulier?

Voor het invullen van het OWR-formulier kunt u de Belastingdienst bellen via 0800 - 023 01 07.

Bent u geen klant meer bij Evi Van Lanschot?

Bekijk de veelgestelde vragen

Client Services Evi van Lanschot

Client Services is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 09:00 tot 17:30 uur op 0800-1971 (vanuit het buitenland +31(0)88 553 14 98).

Veelgestelde vragen

Algemeen

a. Wat houdt de Wet tegenbewijsregeling box 3 in?

De Wet tegenbewijsregeling box 3 geeft belastingplichtigen de mogelijkheid te worden belast op basis van het werkelijke rendement op hun vermogen, in plaats van op basis van het forfaitaire, wettelijke, rendement dat tot dusver wordt gebruikt. Deze wet is ingevoerd als reactie op uitspraken van de Hoge Raad, die oordeelde dat het bestaande box 3-stelsel niet rechtvaardig is.

b. Waarom zou ik gebruik maken van deze regeling?

In de voorgaande jaren werd je inkomen in box 3 berekend op basis van forfaitaire rendementen. Mogelijk heb je in werkelijkheid een lager rendement behaald dan dit forfaitair berekende rendement. In dat geval heb je teveel box 3 belasting betaald. Door gebruik te maken van de tegenbewijsregeling kun je mogelijk (een deel van) de betaalde box 3 belasting terugkrijgen. Let op als je geld terug krijgt dan vergoed de Belastingdienst daar geen rente over.

c. Kan ik gebruikmaken van deze regeling?

Voor de belastingjaren 2021 en later kan iedere belastingplichtige gebruikmaken van de tegenbewijsregeling, voor zover diegene box-3-vermogen bezit.

Voor de belastingjaren 2017 tot en met 2020 kom je alleen in aanmerking voor de tegenbewijsregeling als:

  • Jouw definitieve aanslag (met box 3-inkomen) op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond of daarna is opgelegd
    en
  • Je bezwaar hebt ingediend binnen 6 weken na de datum aanslag of een verzoek tot ambtshalve vermindering hebt gedaan binnen 5 jaar na het belastingjaar.

d. Hoe kan ik gebruikmaken van deze regeling?

Vanaf 8 juli 2025 is het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ (OWR) beschikbaar. Hiermee kun je het werkelijke rendement doorgeven. Het formulier OWR staat online in ‘Mijn Belastingdienst’. Het is ook mogelijk om een papieren formulier te bestellen via telefoonnummer: 0800 - 023 01 07.

Je krijgt een brief voor elk jaar dat je het werkelijk rendement mag doorgeven. Het heeft pas zin dit te doen nadat u de brief ontvangen heeft. In deze brief/brieven, staat:

  • Wat je bezittingen in box 3 waren op 1 januari van het betreffende jaar, en
  • Wat je (gezamenlijk) forfaitair rendement in het betreffende jaar was.

Het genoemde forfaitair rendement kun je overnemen in het formulier OWR.

e. Hoe lang heb ik de tijd om het formulier OWR in te dienen bij de Belastingdienst?

Als particulier krijg je waarschijnlijk 12 weken de tijd om het formulier OWR in te dienen. Fiscalisten die voor hun relaties het formulier OWR indienen (en onder de Becon-regeling vallen), krijgen langer de tijd, te weten 26 weken.

f. Hoe ziet het formulier OWR eruit? Het formulier is als volgt opgebouwd:

  • Deel 1: je persoonlijke gegevens en eventueel die van jouw fiscale partner.
  • Deel 2: de box 3-bezittingen in het betreffende jaar, zoals beleggingen, onroerende zaken, overige bezittingen en schulden. Let op: hier valt de eigen woning niet onder.
  • Deel 3: de ontvangen rente van jouw bank- en spaarrekeningen en eventuele valutaresultaten.
  • Deel 4: de benodigde gegevens om het werkelijke rendement op de beleggingen te bepalen.
  • Deel 5: de benodigde gegevens om het rendement op de eventuele overige bezittingen te bepalen.
  • Deel 6: de betaalde rente voor de eventuele schulden en valutaresultaten.
  • Deel 7: overzicht van het berekende werkelijk rendement en de mogelijkheid om het formulier in te dienen.

g. Hoe wordt het werkelijk rendement vastgesteld bij het formulier OWR? Het werkelijk rendement in een jaar wordt vastgesteld op basis van:

  1. Het totale vermogen (niet alleen op 1 januari, maar gedurende het hele jaar), zonder aftrek van het heffingsvrij vermogen;
  2. Het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie;
  3. De gerealiseerde én ongerealiseerde opbrengsten;
  4. Kosten zijn daarbij niet aftrekbaar en ook is er geen mogelijkheid om rendementen over meerdere jaren te verrekenen. Er is daarmee geen verliesverrekening of mogelijkheid om het gemiddeld rendement berekend over meerdere jaren op te geven.

h. Zijn de kosten aftrekbaar bij het formulier OWR?

Nee, de kosten zijn niet aftrekbaar. Alleen de rentekosten zijn aftrekbaar.

i. Is verliesverrekening met andere jaren mogelijk bij het formulier OWR?

Nee, dit is niet mogelijk. Er kan niet worden gecompenseerd voor verliezen uit andere belastingjaren.

j. Mag ik winsten en verliezen binnen het jaar met elkaar verrekenen bij het formulier OWR?

Ja dat gebeurt binnen het formulier OWR. Er wordt gekeken naar het rendement op je totale vermogen. Wanneer je bijvoorbeeld een verlies hebt gemaakt op een vakantiewoning en een positief rendement op je beleggingen, dan worden deze negatieve en positieve rendementen bij elkaar opgeteld. Het eindelijke totale rendement over het totale vermogen wordt aangehouden. Dit heeft voordelen (een verlies verreken je met een winst) maar kan ook verwarrend zijn. Misschien denk je gebruik te kunnen maken van de Tegenbewijsregeling omdat je een negatief resultaat hebt behaald op één vermogensbestanddeel, maar zorgt het positieve rendement op andere vermogensbestanddelen ervoor dat je in totaal een hoger werkelijk rendement hebt behaald dat het forfaitaire rendement over dat jaar, waardoor de Tegenbewijsregeling toch niet gunstig voor je uitpakt.

k. Kan ik het ene jaar kiezen voor belasting op basis van forfaitair rendement en het andere jaar voor belasting op basis van werkelijk rendement (middels het formulier OWR)?

Ja, dat is mogelijk. Je kunt voor elk belastingjaar kiezen of je gebruikmaakt van het wettelijke, forfaitaire stelsel of voor heffing op basis van werkelijk rendement. Je hoeft dus alleen het formulier OWR in te dienen voor de belastingjaren waarbij je kiest voor heffing op basis van werkelijk rendement.

l. Wat gebeurt er als ik het formulier OWR indien maar het forfaitaire rendement lager is dan het werkelijke rendement?

Als het forfaitaire rendement lager is dan het werkelijke rendement, wordt de heffing niet herrekend. Het forfaitaire rendement wordt dan gevolgd waardoor er feitelijk niets wijzigt. Je wordt dus niet geconfronteerd met een hogere heffing. Je hoeft het formulier niet in te dienen. De regeling op basis van werkelijk rendement wordt dus alleen toegepast als het voordeliger is voor de belastingplichtige.

m. Kan ik zien hoeveel belasting ik terugkrijg als ik het formulier OWR heb ingevuld?

Nee, in het formulier OWR zie je alleen het werkelijke rendement. Dat werkelijke rendement kun je vergelijken met het forfaitaire rendement. Aan de hand daarvan kun je zien of je mogelijk belastinggeld terugkrijgt. Je ziet daarbij niet hoeveel inkomstenbelasting je terugkrijgt. Hierover krijg je later bericht van de Belastingdienst.

n. Kan het werkelijk rendement in het formulier OWR ook negatief zijn?

Ja, dat kan. In dat geval wordt het rendement op € 0 gesteld. Je hebt dan dus geen inkomen in box3 waardoor je ook geen box 3 belasting hoeft te betalen. Hetgeen je betaald hebt op basis van de forfaitaire heffing krijg je dan terug. Een negatief rendement kan niet leiden tot een negatieve box 3 aanslag en ook niet tot een verlies dat je mag verrekenen met andere belastingjaren.

o. Waarom kan het forfaitaire rendement interessanter zijn dan de Wet tegenbewijsregeling box 3 (werkelijk rendement)?

Dit kan zijn omdat bij de Wet tegenbewijsregeling:

  • Wordt uitgegaan van het werkelijk behaalde rendement. En dat kan natuurlijk hoger zijn dan hetgeen je geacht werd te behalen volgens het forfaitaire rendement.
  • Het heffingsvrij vermogen (momenteel € 57.684 per persoon) niet van toepassing is;
  • Niet wordt gekeken naar het werkelijk rendement per vermogenscategorie, maar naar het werkelijk rendement op het totale vermogen (dus alle vermogenscategorieën opgeteld). Mogelijk wordt een verlies op jouw beleggingen dus gecompenseerd door een waardestijging van jouw vastgoed (of vice versa).
  • Kosten (behalve rente) niet aftrekbaar zijn;
  • Ongerealiseerde waardestijgingen ook worden meegeteld;
  • Gekeken wordt naar het rendement dat je over het totale vermogen in het jaar haalt, dus ook over vermogen dat je gedurende het jaar vergaart. Bij het forfaitaire rendement wordt het rendement alleen berekend over het per 1 januari van het jaar aanwezige vermogen;
  • Wordt uitgegaan van de samenstelling van je vermogen gedurende het jaar. Bij het forfaitaire rendement wordt uitgegaan van de situatie per 1 januari. Had je toen vooral spaargeld en is dat gedurende het jaar omgezet naar beleggingen, dan wordt het forfaitaire rendement berekend alsof je het gehele jaar gespaard was. En omdat daarvoor een laag forfaitair rendement geldt, kan dat lager zijn dan je werkelijk behaalde rendement;
  • Uit wordt gegaan van de werkelijk betaalde rente en deze mogelijk lager is dan de forfaitaire rente waarmee wordt gerekend;
  • Het ook mogelijk is dat je een positief rendement hebt behaald op een in totaal negatief vermogen. Als per saldo de beleggingen toenemen en de schulden gelijk zijn gebleven, is uw totale vermogen minder negatief geworden wat wordt gezien als een behaald rendement. Als je vermogen € 0 of negatief is bij het forfaitaire rendement, wordt geen forfaitair rendement berekend.

p. Wat waren de forfaitaire rendementen de afgelopen jaren?

Er waren drie systemen:

  1. Van 2017 t/m 2020: forfaitair rendement afhankelijk van de omvang van het vermogen. Zie tabel 1. Kijk voor de bijbehorende bedragen per schijf 1,2 of 3 bij de Belastingdienst op Oude methode box 3-inkomen - hoe werkt dat?
  2. Van 2021 t/m heden: forfaitair rendement afhankelijk van het soort vermogen. Zie tabel 2
  3. Van 2021 t/m 2022: kon de belastingplichtige kiezen welk van de twee systemen het voordeligst was.
Tabel 1: overzicht forfaitaire rendementen 2017-2022 (oorspronkelijk)
  Verdeling Forfaitaire rendementen
Sparen Beleggen 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Heffingvrij vermogen 0% 0% € 25.000 € 30.000 € 30.360 € 30.846 € 50.000 € 50.650
Schijf 1 67% 33% 2,87% 2,02% 1,93% 1,79% 1,90% 1,82%
Schijf 2 21% 79% 4,60% 4,33% 4,44% 4,19% 4,50% 4,37%
Schijf 3 0% 100% 5,39% 5,38% 5,59% 5,28% 5,69% 5,53%

 

Tabel 2: overzicht forfaitaire rendementen 2021-2026 (spaarvariant)
  Forfaitaire rendementen
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Heffingvrij vermogen € 50.000 € 50.650 € 57.000 € 57.000 € 57.684 € 51.3968
Spaargeld 0,01% 0,00% 0,92% 1,44%
(voorlopig)9
1,44% nog niet bekend
Overige bezittingen 5,69% 5,53% 6,17% 6,04% 5,88% 7,78%10
Schulden 2,46% 2,28% 2,46% 2,61%
(voorlopig)11
2,62% nog niet bekend

q. Ik heb mijn vermogen ondergebracht in mijn BV. Kan ik in dat geval de Tegenbewijsregeling/het formulier OWR benutten?

Ik heb een deel van mijn vermogen ondergebracht in mijn IB-onderneming, kan ik daarvoor de Tegenbewijsregeling benutten? De tegenbewijsregeling geldt alleen voor vermogen dat je als privépersoon aanhoudt in box 3. Vermogen dat je aanhoudt in de BV wordt niet in box 3 belast. Daarmee kun je voor dat vermogen geen gebruik maken van de tegenbewijsregeling. Dit geldt ook eventueel vermogen dat je aanhoudt in een zogenoemde “IB-onderneming”. Denk aan een eenmanszaak (dat zijn veelal mensen die als ZZP’er werkzaam zijn) of Vereniging onder Firma. Vermogen dat daarin is ondergebracht wordt over het algemeen gezien als ondernemingsvermogen en daarmee belast in box 1. Ook in dat geval behoort dat vermogen dus niet tot je box 3 vermogen en kun je daarvoor de Tegenbewijsregeling dus niet benutten.

Bank- en spaarrekeningen

a. Welke gegevens moet ik invullen in het formulier OWR voor mijn bank- en spaarrekeningen?

In het formulier OWR geef je elke bank- en spaarrekening apart aan. Deze hoef je dus niet bij elkaar op te tellen. Let op: het gaat hier alleen om rekeningen die in box 3 vallen. Een pensioenrekening met spaargelden in box 1, bijvoorbeeld, vul je hier dus niet in. De volgende gegevens over je rekeningen worden gevraagd:

  • Naam bankrekening
  • Land
  • Bankrekeningnummer (IBAN)
  • Ontvangen rente
  • Was de rekening in euro’s? ja/nee
  • Valutaresultaat, als de rekening niet in euro’s is

b. Moet ik ook het begin- en eindsaldo van mijn bank- en spaarrekeningen invullen?

Nee, er wordt niet gevraagd naar de waarde per 1 januari en per 31 december, de aankopen en stortingen of de verkopen en onttrekkingen. U moet alleen de ontvangen rente opgeven.

c. In welk jaar moet ik de ontvangen rente opgeven?

Bij het formulier OWR gaat de opgave op basis van het kasstelsel. Dat betekent dat je de rente opgeeft in het jaar dat je de rente ook daadwerkelijk hebt ontvangen. Bijvoorbeeld: als je de rente over 2024 pas in januari 2025 krijgt bijgeschreven, moet je die rente ook pas in 2025 opgeven bij de tegenbewijsregeling. De datum van de bijschrijving van de rente vindt u op uw bankafschrift.

d. Mag ik de kosten die ik maak voor mijn betaalrekening aftrekken?

De kosten die je maakte voor je bank- of spaarrekening mag je niet aftrekken.

e. Moet ik mijn beleggingsrekening ook opgeven in de categorie bankrekeningen?

Ja, deze rekening geef je aan en vermeld tevens de op deze rekening ontvangen rente als dat van toepassing is.

f. Waar vind ik de benodigde gegevens voor mijn rekeningen bij Evi?

De benodigde informatie staat vermeld in de financiële jaaroverzichten, kwartaaloverzicht of transactieoverzicht

Beleggingen

a. Wat wordt verstaan onder beleggingen?

Alles wat niet onder bank- en spaarrekening valt. Voorbeelden zijn onder andere:

  • Aandelen
  • Obligaties
  • Opties
  • Winstbewijzen
  • Bitcoins en overige crypto
  • Beleggingsfondsen
  • ETF’s

NB vastgoed behandelen we apart

b. Welke gegevens moet ik invullen op het formulier OWR voor mijn beleggingen?

In het formulier OWR geef je elke belegging apart aan. Deze hoef je dus niet bij elkaar op te tellen. De volgende gegevens over je rekeningen worden gevraagd:

  • Omschrijving
  • Land
  • Rekeningnummer
  • Bruto-dividend op aandelen en/of rente op obligaties
  • Waarde op 1 januari
  • Waarde op 31 december
  • Aankopen en stortingen (deponeringen)
  • Verkopen en onttrekkingen (lichtingen)

c. Waar vind ik de benodigde gegevens voor mijn beleggingen bij Evi?

Je hebt hiervoor twee documenten nodig:

  1. Uit de financiële jaaroverzichten (FJO) heb je de volgende gegevens nodig:
    • Ontvangen bruto-dividend
    • Ontvangen rente
    • Waarde op 1 januari
    • Waarde op 31 december
  2. Voor aan en verkopen:
    • Voor Evi Beheer en Evi Go: Alle Kwartaalafschriften uit het betreffende jaar
    • Voor Evi Self Select en Evi One: Transactiegegevensuit het Online Transactieoverzicht voor het betreffende jaar. Uit het transactieoverzicht heb je de volgende gegevens nodig: Aankopen en verkopen en deponeringen en lichtingen

Deponeringen zijn ontvangen effecten van een andere beleggingsrekening. De term “deponering” vind je niet terug op het formulier OWR, maar is wel van belang. Het is een term die Evi intern gebruikt en fiscaal gelijk staat aan een Aankoop of Storting. Het is daarom van groot belang dat je deze Deponeringen ook vermeldt onder het kopje Aankopen en stortingen. Lichtingen zijn effecten die zijn overgeboekt naar een andere beleggingsrekening. De term “lichting” vind je niet terug op het formulier OWR, maar is wel van belang. Het is een term die Evi intern gebruikt en fiscaal gelijk staat aan een Verkoop of Onttrekking. Het is daarom van groot belang dat je deze Lichtingen ook vermeldt onder het kopje Verkopen en onttrekkingen

d. Mag ik de kosten voor beheer in mindering brengen bij het formulier OWR?

Nee, dat mag niet. Er kan niet worden gecompenseerd voor deze kosten. De fondskosten die verrekend zijn binnen een beleggingsfonds zelf zijn wel aftrekbaar. Maar omdat deze kosten al zijn verrekend met het beleggingssaldo per einde jaar, zijn deze kosten al meegenomen bij de opgave van het eindsaldo. Daarom mag je eventuele fondskosten niet aanvullend in mindering brengen op je resultaat.

e. Mag ik de telefonische transactiekosten in mindering brengen bij het formulier OWR?

Nee, dat mag niet. Er kan niet worden gecompenseerd voor deze kosten. Omdat de telefonische transactiekosten wel in mindering zijn gekomen van het eindsaldo, moet je dit in het formulier OWR corrigeren. Dit doe je door de telefonische transactiekosten op te geven bij de Verkopen en voor onttrekkingen.

Vastgoed/onroerende zaken

a. Hoe wordt mijn werkelijk rendement voor de Wet tegenbewijsregeling box 3 voor vastgoed bepaald?

Hiervoor worden zowel de directe inkomsten (huurinkomsten en pachtinkomsten) als de indirecte inkomsten (waardestijging) meegenomen.

b. Welke waarde moet ik hanteren bij woningen voor het formulier OWR?

In het formulier OWR vul je twee waarden in. Je vult allereerst de WOZ-waarde van het jaar zelf in. Benut je de tegenbewijsregeling in het jaar 2024 dan geef je daar de WOZ-waarde van 2024 op. Deze heeft als “peildatum” 01-01-2023. Daarna vul je de WOZ-waarde van het daarop volgende jaar in. Benut je de tegenbewijsregeling in het jaar 2025 dan geef je daar de WOZ-waarde van 2025 op. Deze heeft als “peildatum” 01-01-2024.

c. Welke waarde moet ik hanteren bij niet-woningen voor het formulier OWR?

Een niet-woning is een beleggingspand. Denk bijvoorbeeld aan een kantoor of winkelpand. In het formulier OWR vul je twee waarden in. Het gaat bij niet-woningen niet om de WOZ-waarde. Als je de niet-woning het hele jaar bezit, dan kijk je naar het verschil in de werkelijke waarde. Hierbij vergelijk je het begin met het eind van het jaar. Dit stel je vast door middel van een taxatie. De werkelijke waarde wordt ook wel ‘waarde in het economisch verkeer’ genoemd.

d. Mag ik kosten aftrekken?

Nee, dat mag niet.

e. Moet ik eigen gebruik voor een onroerende zaak (zoals een vakantiewoning) opgeven?

Voor de jaren 2017 t/m 2025 hoeft dit niet. De wetgever gaat dit mogelijk veranderen voor 2026. Verhuur je de onroerende zaak dan moet je wel de huurinkomsten opgeven. Eventuele kosten die je daarvoor maakt mag je daarvan NIET aftrekken.

f. Wat moet ik opgeven als ik het box 3 vastgoed maar een deel van het jaar in bezit had?

Dan berekent de Belastingdienst de waardeverandering alleen over de periode dat de woning in je bezit was. Dit doen zij door een evenredig deel te nemen van de waardeverandering van het hele jaar.

Voorbeeld waardeverandering bij aankoop

Je kocht op 1 april 2023 een vakantiewoning voor eigen gebruik in Nederland. Je was daarmee een deel van het jaar eigenaar, namelijk van 1 april tot en met 31 december 2023. Dat zijn 275 dagen, inclusief de dag van de notariële levering. De berekening van de waardeverandering is als volgt:

WOZ-waarde volgende belastingjaar € 312.000
WOZ-waarde belastingjaar € 300.000 -
Waardeverandering hele belastingjaar € 12.000
Werkelijk rendement woning
De waardeverandering van 1 april tot en met 31 december (275 : 365 x € 12.000) is € 9.041

Schulden

a. Wat zijn voorbeelden van box 3 schulden?

  • Schenkingen onder schuldigerkenning die je bijvoorbeeld aan je kind hebt gedaan
  • Rekeningcourantschuld, bijvoorbeeld bij de BV
  • Effectenbevoorschottingskrediet
  • Consumptieve kredieten
  • Creditcardschulden
  • Leningen ter financiering van woningen of overig onroerend goed, die niet voldoen aan de eisen van een eigenwoningschuld in box 1.
  • Familielening (niet zijnde box 1 leningen)

Let op: leningen tussen echtgenoten/geregistreerd partners en leningen tussen ouders en minderjarige kinderen tot en met 2022 tellen wel mee. Dergelijke leningen tellen vanaf 2023 niet meer mee. Tevens behoren ondernemingsschulden, te betalen inkomstenbelasting en een kwalificerende restschuld op een vroegere eigen woning niet tot de op te geven schulden. Tot slot worden ook de schulden van de langstlevende ouder (dan wel partner van de overleden ouder) aan een kind in verband met het overlijden van de andere ouder (dan wel partner van de nog levende ouder) niet meegenomen als schulden in box 3.

b. Wat moet ik invullen op het formulier OWR?

Op het formulier OWR geef je elke lening apart aan. Deze hoef je dus niet bij elkaar op te tellen.

De volgende gegevens over je lening(en) worden gevraagd:

  • Naam bank of andere geldverstrekker
  • Voor welk doel de schuld is aangegaan. Je kunt kiezen uit de volgende categorieën:
    • Onroerende zaken binnen Nederland
    • Onroerende zaken buiten Nederland
    • Overige bezittingen
    • Consumptieve doeleinden (restcategorie voor alle andere schulden)
  • Betaalde rente
  • Was de schuld in euro’s
  • Was (een deel van) de schuld kwijtgescholden

c. Welke schulden kan ik invullen op het formulier OWR?

Alle schulden die in box 3 vallen, moeten op het formulier OWR worden ingevuld. Een (hypothecaire) lening in box 1 moet je niet in het formulier OWR invullen, die behoort immers niet tot box 3. Let op: sommige belastingplichtigen hebben geld geleend met als onderpand de eigen woning, zonder dit geld te gebruiken voor de eigen woning. In dat geval is er sprake van een box 3-schuld. Overleg hierover met een fiscalist.

d. Hoe moet ik leningen waarderen op het formulier OWR?

Banken zullen de nominale waarde van de leningen opgeven in hun rapportages. De vraag is wat de waarde in het economisch verkeer is. Gesteld kan worden dat als de rente in het algemeen daalt en je zelf een schuld hebt met een vaste rente, dat de werkelijke waarde van je schuld dan is toegenomen. Het tegenovergestelde kan het geval zijn wanneer de algemene rente stijgt. Het is lastig om een dergelijke berekening te maken. Neem hiervoor contact op met een fiscalist.

e. Moet er rekening gehouden worden met een schuldendrempel?

In het formulier OWR hoeft geen rekening te worden gehouden met een schuldendrempel.

Wat kan Evi voor jou betekenen?

a. Welke gegevens heb ik van Evi nodig om het formulier OWR in te kunnen vullen?

  1. Financieel jaaroverzicht
    Het financieel jaaroverzicht is leidend. Hierin staan gegevens zoals wij die hebben doorgegeven aan de Belastingdienst en zoals deze ook vooraf zijn ingevuld in jouw belastingaangifte.
  2. Sommige benodigde gegevens, zoals aankopen en verkopen, staan alleen in het transactieoverzicht of de kwartaalrapportage.

b. Waar kan ik het financieel jaaroverzicht en de kwartaalrapportages van voorgaande jaren vinden?

Heeft u een Evi Beheer of Evi Go rekening?

  • De Fiscale Jaaroverzichten en de Kwartaalafschriften vind u in Mijn Evi in het Menu, onder Mijn Gegevens >> Documenten >> Archief

Heeft u een Evi Self Select of Evi One rekening?

  • De Fiscale Jaaroverzichten vind u in Mijn Evi in het Menu, onder Mijn Gegevens >> Documenten >> Jaaroverzichten en filter bij ‘fiscale jaaroverzichten’ op het jaartal.
  • Het Online Transactieoverzicht vind u Mijn Evi in het Menu, onder Beleggen >> Transactieoverzicht

Was u in het verleden klant bij Evi Van Lanschot? Als u een Evi Beheer of Evi Go rekening had: Raadpleeg de Fiscale Jaaroverzichten en de Kwartaalafschriften die u heeft ontvangen Als u een Evi Self Select of Evi One rekening had: Raadpleeg als u kunt inloggen de Fiscale Jaaroverzichten en het Online Transactieoverzicht, of de Fiscale Jaaroverzichten en Transactieoverzichten die in uw bezit zijn.

c. Kan Evi mij helpen met het invullen van het formulier werkelijk rendement?

Evi mag je niet helpen of adviseren bij het invullen van het formulier OWR. U kunt het zelf invullen of we raden u aan om hiervoor contact op te nemen met een fiscalist.

Heb je geen toegang tot online bankieren en heb je de gegevens die in het verleden per post zijn toegestuurd niet meer? Dan kun je telefonisch contact opnemen met 0800 1971. We zijn bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.30 uur. (vanuit het buitenland +31(0)88 553 14 98.

Risico's van beleggen

Beleggen brengt risico’s met zich mee. U kunt een deel van uw inleg verliezen. De waarde van uw beleggingen is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Loop geen onnodig risico. Voordat u gaat beleggen, is het belangrijk dat u op de hoogte bent en zich laat informeren over de kenmerken en risico's van beleggen. Deze informatie vindt u in de afspraken die horen bij de dienstverlening die u kiest of hebt gekozen.

216.73.216.121