Box 3: nieuwe ontwikkelingen

Box 3: nieuwe ontwikkelingen vermogensbelasting

In deze blog leest u hoe de spaarvariant voor box 3 werkt en wat rechters van deze tijdelijke regelgeving vinden. Daarnaast stippen we kort aan hoe de nieuwe box 3-wetgeving voor 2027 eruit zou kunnen komen te zien.

Met het kerst-arrest van december 2021 maakte de Hoge Raad korte metten met de box 3-belasting. Staatssecretaris Van Rij moest in allerijl herstelwetgeving introduceren om de gevolgen van het kerst-arrest te repareren. Deze herstelwetgeving voor box 3 geldt voor de belastingjaren vanaf 2017 en wordt “de forfaitaire spaarvariant” genoemd. Vanaf 2026 zou de box 3-heffing vervolgens over het werkelijk gerealiseerde rendement berekend worden. Deze datum is volgens de laatste brief van de staatssecretaris inmiddels alweer uitgesteld naar 1 januari 2027.

Forfaitaire spaarvariant: fictief rendement

In de forfaitaire spaarvariant wordt gerekend met een fictief rendement, en dus nog niet met het werkelijk gerealiseerde rendement. Maar er wordt nu wel onderscheid gemaakt naar de samenstelling van uw vermogen. Voor uw spaargeld geldt een laag forfaitair rendement: voor 2023 is dat naar verwachting ca. 0,36%. Voor uw overige box 3-bezittingen geldt een hoger forfaitair rendement. Voor 2023 is dat vastgesteld op 6,17%. Voor uw box 3-schulden mag u een rente in mindering brengen op uw forfaitaire rendement, naar verwachting 2,57%. Er geldt een vermogensvrijstelling van € 57.000 per persoon. Het forfaitaire rendement wordt in 2023 belast tegen een tarief van 32%.

Voldoet spaarvariant aan arrest Hoge Raad?

De Belastingdienst rekent de komende jaren voor box 3 dus met de spaarvariant, maar wordt hiermee wel voldaan aan het kerst-arrest van de Hoge Raad? Recente uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven wijzen daar niet op. In die uitspraken gaan de rechters in afwijking van de herstelwetgeving uit van het werkelijk gerealiseerde rendement op het totale box 3-vermogen. Als dat werkelijk gerealiseerde rendement volgens de berekening van de Belastingdienst lager is dan het forfaitaire rendement, wordt er belasting geheven over het werkelijk gerealiseerde rendement.

Een van de cruciale vragen hierbij is wat er verstaan wordt onder “werkelijk gerealiseerd rendement”. Moeten daar ook ongerealiseerde waardestijgingen of -dalingen in meegenomen worden? Daar denken de rechters verschillend over. Zo vinden de rechtbanken Den Haag en Noord-Holland dat ongerealiseerde waardestijging wel meegenomen moet worden. Hof Leeuwarden vindt dat ongerealiseerde waardedaling niet meetelt. In een recente uitspraak is Hof Den Bosch weer van mening dat ongerealiseerde vermogenswinst niet meetelt bij de berekening van het werkelijk gerealiseerde rendement. Ondertussen heeft de staatssecretaris besloten om voorlopig geen definitieve aanslagen op te leggen en bezwaren af te handelen bij belastingaangiftes waarin naast spaargeld ook ander box 3-vermogen opgenomen is. Hij wacht op een uitspraak van de Hoge Raad om het pleit te beslechten.

Concept-wetsvoorstel box 3 vanaf 2027

Het is de bedoeling dat in 2027 de box 3-belasting wordt vervangen door een heffing over het werkelijk gerealiseerd rendement. Na juni wordt het concept-wetsvoorstel ter consultatie gepubliceerd. Of er gekozen wordt voor een vermogensaanwasbelasting (rendement inclusief ongerealiseerde waardemutaties) of een vermogenswinstbelasting (alleen gerealiseerd rendement) is de grote vraag. De staatssecretaris heeft mogelijk ook nog een alternatief achter de hand. In zijn brief aan de Tweede Kamer van 9 februari 2023 opperde hij een verfijning van de forfaitaire spaarvariant. Daarin worden naast spaargeld meerdere vermogenscategorieën onderscheiden, met ieder zijn eigen forfaitaire rendement. Deze variant is volgens de staatssecretaris makkelijker te implementeren dan de vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting.

Wijzigingen met terugwerkende kracht

In zijn brief aan de Tweede Kamer van 26 april 2023 kondigt hij in ieder geval al een aantal wetswijzigingen met terugwerkende kracht tot 2023 aan. Zo worden het aandeel in het reservefonds van een Vereniging van Eigenaren en bedragen op de kwaliteitsrekening van de notaris als banktegoed aangemerkt en niet meer als overige bezitting. Ook onderlinge vorderingen en schulden tussen echtgenoten en tussen ouders en minderjarige kinderen worden gedefiscaliseerd en tellen dus niet meer mee voor box 3. Mogelijk dat er ook voor andere overige bezittingen al een verdere verfijning komt.

Wij houden u via onze blogs op de hoogte van de ontwikkelingen.

Geschreven naar de stand van zaken op 10 mei 2023.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.

Introductiepakket Evi Pensioen

Uw aanvraag

Bedankt voor uw interesse in Evi! Vul uw gegevens in, dan sturen wij u per e-mail informatie toe over Evi Pensioen. Een van onze experts belt u daarna om te vragen of alles duidelijk is.

Uw aanvraag



Maak een afspraak

Maak een afspraak

Vul hieronder uw gegevens in voor het plannen van uw afspraak.

Wim

Introductiepakket Evi Go

Uw aanvraag

Bedankt voor uw interesse in Evi! Vul uw gegevens in, dan sturen wij u per e-mail informatie toe over Evi Go. Een van onze experts belt u daarna om te vragen of alles duidelijk is.

Uw aanvraag



Introductiepakket Evi Beheer

Uw aanvraag

Bedankt voor uw interesse in Evi! Vul uw gegevens in, dan sturen wij u per e-mail informatie toe over Evi Beheer. Een van onze experts belt u daarna om te vragen of alles duidelijk is.

Uw aanvraag



Introductiepakket Evi4Kids

Uw aanvraag

Bedankt voor uw interesse in Evi! Vul uw gegevens in, dan sturen wij u per e-mail informatie toe over Evi4Kids. Een van onze experts belt u daarna om te vragen of alles duidelijk is.

Uw aanvraag



Haalbaarheidstool

Wat kan Evi Beheer u opleveren?

Stap {{activeStepLabel}} van {{flow.totalSteps}}

{{flow.steps[flow.activeStep].question1}}

{{flow.steps[flow.activeStep].question1}}

Maak uw keuze {{ yearLabel(retirement.yearsUntil) }}

{{flow.steps[flow.activeStep].question2}}

Maak uw keuze

U kunt maximaal 1 jaar eerder stoppen met werken.

{{flow.steps[flow.activeStep].question3}}

{{earlyRetirementDurationHeading}}

De berekening:

{{flow.steps[flow.activeStep].question1}}

{{flow.steps[flow.activeStep].description}}

Maak uw keuze {{ yearLabel(targetYear.chosenDuration) }}

{{flow.steps[flow.activeStep].question2}}

{{flow.steps[flow.activeStep].question1}}

{{flow.steps[flow.activeStep].description}}

{{flow.steps[flow.activeStep].question2}}

Maak uw keuze {{ riskLabel(chosenRiskProfile - 1).title }}
  • Totale inleg
  • Doelbedrag
  • Verwachte opbrengst
Wim

Wilt u uw uitkomsten bespreken?

Heeft u een vraag over de uitkomst van uw plan om eerder te stoppen met werken? Maak dan een afspraak met Wim of één van onze andere beleggingscoaches. Zij helpen u graag op weg.

{{appointmentFormVisible ? "Verberg maak een afspraak" : "Maak een afspraak"}}

Let op: het werkelijk rendement is afhankelijk van de prestaties van het Evi Fonds dat u kiest. Het eindbedrag kan lager maar ook hoger uitvallen dan verwacht.

In bovenstaande scenariografiek ziet u hoe uw belegd vermogen zich in de toekomst kan ontwikkelen. Hierbij wordt de verwachte ontwikkeling van uw vermogen zichtbaar gemaakt op basis van duizend mogelijke economische scenario’s. In de getoonde vermogensontwikkelingen is rekening gehouden met de kosten die door Evi en de Evi Fondsen in rekening gebracht worden. Prognoses vormen geen betrouwbare indicator voor toekomstige resultaten.

De lijnen in de grafiek zijn een weergave van verschillende scenario’s. De paarse lijn geeft aan hoe het vermogen zal ontwikkelen wanneer het rendement uitkomt zoals wij dat verwachten. De groene en rode lijn weerspiegelen de mogelijke waardeontwikkelingen bij respectievelijk heel gunstige- en heel ongunstige marktontwikkelingen. Aan de verwachte resultaten ligt een waarschijnlijkheid ten grondslag. Dat betekent dat er 5% kans is op een nog beter scenario dan het goede scenario en er is 5% kans op een nog slechter scenario dan het weergegeven slechte scenario. In de getoonde vermogensontwikkeling is rekening gehouden met de volgende kosten op jaarbasis: zeer defensief 0,67%, defensief 0,74%, neutraal 0,79%, offensief 0,84%, zeer offensief 0,89%. Informatie over de aard en risico’s van beleggen in fondsen vindt u in de Afspraken Evi Beheer

{{readMoreVisible ? "Lees minder" : "Lees meer"}}

Maak een afspraak

Maak een afspraak

Vul hieronder uw gegevens in voor het plannen van uw afspraak.

Ton

44.200.82.149