De aandachtspunten bij een lijfrente als er sprake is van een scheiding

Een echtpaar en een relatietherapeut zitten in de woonkamer, in gesprek over hun scheiding.

Deze blog is speciaal geschreven voor accountants en fiscalisten.

Eén op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Dan moeten ook de financiële zaken worden afgewikkeld. Vaak maakt een lijfrente daar onderdeel van uit. Wie waar recht op heeft, hangt af van het huwelijksgoederenregime*. Is de wettelijke gemeenschap van goederen van toepassing (en zo ja, is het huwelijk dan van vóór of ná 1-1-2018) of zijn er huwelijkse voorwaarden gemaakt en wat is daar dan in bepaald? Daarnaast is het ook van belang wat voor soort lijfrente is er: een bancaire lijfrente of een lijfrente bij een verzekeraar.

Lijfrente valt in de gemeenschap

Als de lijfrente op basis van het huwelijksgoederenregime een gemeenschappelijk bezit is (ongeacht op wiens naam de lijfrente staat), dan moet deze worden verdeeld. Dat kan op twee manieren: de lijfrente wordt gesplitst (meestal 50/50) en ieder krijgt een eigen lijfrente. Dit kan zonder fiscaal heffing.

Een andere mogelijkheid is om de lijfrente aan één van de (ex)partners toe de delen en de ander te compenseren in geld of door toedeling van andere vermogensbestanddelen. In dat laatste geval is het uitkijken, want dat heeft in principe wel fiscale gevolgen. Voor degene die de compensatie krijgt is dat namelijk progressief belast voor de inkomstenbelasting in box 1 (maximaal 49,5%) en voor de ander is dat een persoonsgebonden aftrekpost.

De persoonsgebonden aftrekpost verlaagt achtereenvolgens het box 1, box 3 en box 2 inkomen. In box 1 is de aftrek gemaximeerd tot ca. 37%. De persoonsgebonden aftrek is een zogenoemd gemeenschappelijk inkomensbestanddeel, die fiscaal partners onderling kunnen verdelen. Dit kan alleen bij partners die het hele jaar als fiscaal partners kwalificeren.

Door in het scheidingsjaar te kiezen om gedurende het gehele jaar als fiscaal partners aangemerkt te worden en de persoonsgebonden aftrek toe te rekenen aan de (ex)partner die de compensatie krijgt, kunnen de fiscale gevolgen zoveel mogelijk worden beperkt. Bij grote compensaties kan het fiscale nadeel oplopen tot ca. 12,5% van de compensatie.

Een ander belangrijk aandachtspunt zijn de afspraken over het al dan niet rekening houden met een belastinglatentie. Degene die de lijfrente krijgt, moet namelijk in de toekomst daarover belasting betalen. Bij de vaststelling van de hoogte van de compensatie kan daar rekening mee worden gehouden. Het is van belang om in het echtscheidingsconvenant deze afspraken vast te leggen om discussies te voorkomen.

Lijfrente valt onder een verrekenbeding

In huwelijkse voorwaarden wordt soms de afspraak gemaakt om bij echtscheiding het vermogen te verdelen alsof er sprake is van een gemeenschap van goederen. De lijfrente is dan privébezit, maar de ander heeft wel recht op de helft van de waarde. Op grond van een beleidsbesluit hebben de (ex)partners onder bepaalde voorwaarden dezelfde mogelijkheden als gehuwden waarbij de lijfrente gemeenschappelijk bezit is.

Als bij de scheiding alsnog uitvoering gegeven moet worden aan een periodiek verrekenbeding, dan kan de lijfrente daar ook voor gebruikt worden. Volgens de Belastingdienst is er dan echter geen sprake van een belaste inkomst en daar tegenoverstaande persoonsgebonden aftrekpost.

Lijfrente inzetten voor afkoop alimentatie

In sommige gevallen moet er na de echtscheiding partneralimentatie worden betaald. Die partneralimentatie kan door de alimentatieplichtige worden afgekocht door een lijfrente af te sluiten waarvan de uitkeringen toekomen aan de ex-partner. De koopsom voor de lijfrente is dan voor de alimentatieplichtige aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek. Ook een reeds bestaande lijfrente kan hier voor worden gebruikt. Als de in het verleden betaalde lijfrentepremies/inleg in aftrek gekomen zijn, kan er in dat geval geen persoonsgebonden aftrek in aanmerking worden genomen.

Verzekeringslijfrente of bancaire lijfrente

De vermelde fiscale regels gelden voor zowel de lijfrenteverzekering als de lijfrente die bij een bank of beleggingsmaatschappij is ondergebracht. Splitsing van bestaande lijfrenteproducten is niet altijd mogelijk. Check dus vooraf bij de bank of verzekeraar of de beoogde afspraken ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden.

Dag van de Accountant & Fiscalist op 19/11

Bent u accountant of fiscalist en wilt u meer weten over scheiden, schenken en sterven in relatie tot lijfrentes? Kom dan naar de Dag van de Accountant & Fiscalist op 19 november in Den Bosch van Evi Academy. Het RB (Register Belastingadviseurs) heeft 3 fiscale PE-punten vooraf geaccrediteerd voor dit programma.

Deze tekst is geschreven naar de stand van oktober 2024.

* voor geregistreerd partnerschap gelden dezelfde regels. Dit geldt niet voor samenwoners met of zonder (notariële) samenlevingsovereenkomst.

Wilt u ons persoonlijk spreken?

Heeft u ergens vragen over? Onze vermogenscoaches staan klaar om met u te sparren of u te begeleiden bij uw keuze.

Maak nu vrijblijvend een afspraak

Gerelateerd

Pensioen

Een lijfrente afsluiten: bij een bank of bij een verzekeraar?

Een lijfrente kan zowel worden afgesloten bij een verzekeraar als bij een bank of beleggingsinstelling. Bij een verzekeraar gaat het doorgaans om een lijfrenteverzekering. Bij een bank of beleggingsinstelling om een geblokkeerde lijfrenterekening. Beide zijn bedoeld als aanvulling op het pensioen. Toch bestaan er enkele belangrijke verschillen.

Pensioen

FOR omzetten in lijfrente kan interessant zijn voor zzp’ers

Zzp’ers konden in het verleden eenvoudig reserveren voor een oudedagsvoorziening in hun eigen onderneming. Tegenwoordig is het niet meer mogelijk om een fiscale oudedagsreserve (FOR) verder op te bouwen. Een al opgebouwde FOR blijft op de fiscale balans staan. Als u nog een FOR heeft op uw fiscale balans, kan het interessant zijn om deze te gebruiken voor een lijfrente.

44.192.67.10