

Schenkt u elk jaar een bedrag aan uw (klein)kinderen? Met een schenkingsplan ziet u niets over het hoofd.
In Nederland schenken ouders jaarlijks ongeveer 4 miljard aan vermogen aan hun (klein)kinderen. En dat is niet voor niets, want er zitten belangrijke voordelen aan het schenken tijdens leven. Wel komt er veel bij kijken om het te doen op een manier die bij uw situatie past. Wat zijn de regels en mogelijkheden? Daarom is het verstandig om na te denken over een schenkingsplan.
Een goed schenkingsplan bestaat uit de volgende stappen:
Jaarlijkse schenkingen hebben invloed op uw vermogen, maar ook op het vermogen van uw (klein)kinderen. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden. U wilt natuurlijk vermijden dat schenkingen tot spanning in de familie leiden. Denkt u daarom vooraf goed na of u alle kinderen gelijk wilt behandelen. Neem de situatie dat u één kind financieel helpt na een echtscheiding. Wat regelt u dan voor de andere kinderen?
U hebt drie kinderen en u helpt een van hen, omdat hij bijvoorbeeld door een echtscheiding in financiële problemen is gekomen. Wat regelt u dan voor de andere twee kinderen? Schenkt u die gelijktijdig eenzelfde bedrag? Of neemt u bijvoorbeeld in uw testament op dat uw andere twee kinderen eerst datzelfde bedrag uit de nalatenschap krijgen en dat daarna het resterende vermogen gelijk over de drie kinderen wordt verdeeld? En wat zijn de mogelijkheden op het gebied van belastingvrij schenken?
Overweegt u om te schenken aan uw kinderen? Uw vermogenscoach fungeert graag als uw sparringpartner. Het is zelfs mogelijk om te schenken aan een kind boven de 40.
De belastingteruggave voelt als een meevaller, maar is geld waar je recht op had. In plaats van het uit te geven, biedt Evi vier slimme manieren om het te besteden.
Het wetsvoorstel 'Wet werkelijk rendement box 3' vervangt het huidige stelsel. Vanaf 1 januari 2028 wordt alleen het werkelijke rendement in box 3 belast.
De tegenbewijsregeling in box 3 biedt rechtsherstel als het werkelijke rendement lager is dan het fictieve. Het wetsvoorstel wordt voor de zomer in de Tweede en Eerste Kamer behandeld.