

In mei of juni ontvangen de meeste mensen vakantiegeld. Een bedrag dat meestal neerkomt op 8% van je bruto jaarsalaris. Bijna een volledig maandsalaris dus; dat is wel meer dan ‘een extraatje’. Nederlanders gebruiken vakantiegeld op allerlei manieren: van uitgeven tot sparen of beleggen. Wat het ook wordt: een bewuste keuze levert je het meeste op. Evi zet daarom alle informatie en mogelijkheden voor je op een rij.
Iedereen in Nederland die in loondienst werkt of een uitkering ontvangt, heeft recht op vakantiegeld. Dit is vastgelegd in de Wet Minimumloon en Vakantiebijslag (WML). Het vakantiegeld bedraagt minimaal 8% van je bruto jaarsalaris. Meestal wordt het in mei uitbetaald, maar soms maandelijks.
Vakantiegeld wordt berekend over je brutoloon, inclusief overwerk, maar exclusief bonussen en dertiende maand. Tenzij er iets anders is afgesproken met je werkgever. Het bedrag dat je ontvangt is netto, na inhouding van loonheffing, omdat vakantiebijslag als 'bijzondere beloning' geldt. Op je loonstrook zie je het bruto opgebouwde en netto ontvangen vakantiegeld, plus het specifieke loonbelastingtarief.
De meeste mensen gebruiken hun vakantiegeld voor… precies dat: vakantie. Even helemaal weg, in de relaxmodus, iets om naar uit te kijken. Andere populaire bestedingsdoelen van het vakantiegeld zijn huishoudelijke uitgaven, aflossen van schulden of doen van grotere aankopen. Toch loont het om even stil te staan voordat je het geld uitgeeft.
Wil je jouw vakantiegeld liever niet direct uitgeven, maar wel beschikbaar houden? Dan is sparen een optie. Sparen is vooral geschikt voor doelen op korte termijn of het kunnen betalen van onvoorziene kosten. Denk aan het betalen van een reparatie van je auto of het eigen risico van je zorgverzekering.
Bij Evi kun je gemakkelijk sparen met een aantrekkelijke rente. Zonder extra kosten. Je kunt daar je vakantiegeld tijdelijk parkeren. Of je kiest ervoor om een deel te sparen en een deel te beleggen. Je vakantiegeld (of een deel daarvan) sparen zorgt voor een financiële buffer én meer flexibiliteit.
Heb je het geld niet direct nodig en wil je investeren voor de langere termijn? Dan kun je ervoor kiezen om je vakantiegeld, of een deel daarvan, te beleggen. Bijvoorbeeld via Evi Persoonlijk Vermogensbeheer, waarbij je jouw vermogen belegt in een goed gespreid profielfonds. Ben je nog niet begonnen met beleggen? Door nu een bedrag in te leggen, zet je een eerste stap. En met periodiek beleggen kun je dat aanvullen met een automatische maandelijkse inleg (maandbeleggen). Zo bouw je in kleine stappen vermogen op. Voor later. Of voor dat ene doel, waar je anders steeds aan voorbijgaat.
Beleggen is natuurlijk nooit zonder risico, want je kunt (een deel van) je inleg verliezen. Maar de kracht van beleggen zit in de tijd dat je vermogen in de markt zit. Stel dat je € 1.500 van je vakantiegeld belegt. En je doet dat elk jaar opnieuw. Als je dat 20 jaar volhoudt en gemiddeld 4% rendement behaalt, kan de totale inleg van € 30.000 groeien naar ruim € 45.000. Natuurlijk blijft je rendement afhankelijk van de markten. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Heb je geen directe bestemming voor je vakantiegeld en voelt het echt als een extraatje? Dan is een (extra) inleg voor pensioenbeleggen misschien een goede optie. Je bouwt dan je eigen aanvullende pensioenpot op en profiteert mogelijk van belastingvoordeel. Over het pensioenvermogen dat je opbouwt, betaal je namelijk geen vermogensbelasting. En als je dit jaar nog geld inlegt, kun je dat volgend jaar deels terugkrijgen via je belastingaangifte. Dat kan een voordeel van 35,8% tot 49,5% opleveren. Pensioenbeleggen doe je via Evi Persoonlijk Pensioen.
Het mooie van vakantiegeld is dat je er elk jaar opnieuw over kunt beslissen. Boek je een ticket naar een tropische bestemming? Of zet je het opzij voor later? Misschien is dit hét jaar om anders met dat bedrag om te gaan. Of je nu belegt, spaart, of het gewoon opmaakt aan iets leuks: zorg dat je weet wat je kiest. Dan is het een bewuste keuze. En haal je er uiteindelijk het meeste uit.
De tegenbewijsregeling in box 3 biedt rechtsherstel als het werkelijke rendement lager is dan het fictieve. Het wetsvoorstel wordt voor de zomer in de Tweede en Eerste Kamer behandeld.
Het kabinet diende een wetsvoorstel in voor de tegenbewijsregeling in box 3, gericht op rechtsherstel bij lager werkelijk rendement dan fictief. Eerste en Tweede Kamer behandelen dit voor de zomer.
In maart stuurde het kabinet een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer om de belastingheffing in box 3 te laten aansluiten bij uitspraken van de Hoge Raad, met focus op werkelijk vs. fictief rendement.