Beleggen betekent dat u risico loopt over uw vermogen. Wordt er grotendeels in aandelen belegd? Dan wordt dat over het algemeen gecategoriseerd als offensief of zeer offensief beleggen. Wilt u minder beleggingsrisico, dan kunt u ook defensief beleggen. Evi vertelt u waar u op kunt letten wanneer u start met of al belegt in Evi Defensief of Evi Zeer Defensief.

Obligaties

Een defensief fonds belegt over het algemeen voor een klein deel in aandelen en grotendeels in obligaties. Bij een zeer defensief fonds wordt bovendien het grootste deel belegd in veilige staatsobligaties. Een voorbeeld zijn obligaties van de Nederlandse of de Amerikaanse overheid. De kans dat die niet worden terugbetaald is heel klein. Daar staat als nadeel tegenover dat deze obligaties een lagere rentevergoeding kennen (bij obligaties heet dit couponrente) dan obligaties met een hoger risico, zoals de meeste bedrijfsobligaties.

Bij defensief beleggen bent u dus minder afhankelijk van de risico’s op aandelenmarkten. Maar dat wil niet zeggen dat het risicoloos is. Beleggen brengt altijd risico’s met zich mee. Hieronder leest u welke dat zijn.

1. Rendement

Er zijn een aantal factoren van invloed op het rendement van een fonds. Bij een (zeer) defensief fonds is de belangrijkste de rente. Hier gaat het dan om de marktrente of kapitaalmarktrente die bepalend is voor de waardeontwikkeling van obligaties op de financiële markten.

Hoe langer de looptijd van een obligatie, hoe gevoeliger de waardeontwikkeling is voor renteveranderingen. Kortlopende obligaties van bijvoorbeeld 1 tot 3 jaar hebben minder last van renteveranderingen. Als obligaties na een paar dagen of weken afgelost worden dan heeft de verandering van de rente nagenoeg geen invloed meer op de koers van de obligatie. Maar er zijn ook obligaties die hele lange looptijden hebben, tot wel 30 jaar. Langer lopende obligaties keren jaarlijks dezelfde couponrente uit, maar als ze tussentijds verkocht worden dan gebeurt dat tegen een koers die afgeleid is van de marktrente. De basisregel is: als de marktrente daalt, stijgen de obligatiekoersen. En omgekeerd.

Van dit effect hadden defensieve beleggers de laatste paar jaar last, want de rentes zijn na een lange periode van extreem lage tot zelfs negatieve rente weer flink gestegen. Die rentestijging had een negatief effect op de marktwaarde van (lang)lopende obligaties. Inmiddels biedt het ook een voordeel. Het geeft beleggers de mogelijkheid bestaande en nieuwe obligaties te kopen tegen een hogere rentevergoeding dan een paar jaar geleden.

Stel u wilt een 30-jarige staatsobligatie van 1.000 euro met een couponrente van 3% na 15 jaar verkopen, maar de marktrente is in de tussentijd sterk gestegen. Dan heeft dat een negatief effect op de koers en daarmee de marktwaarde van deze obligatie. Die is op dat moment minder waard dan 1.000 euro. Is de rente gedaald, dan is de obligatie méér waard dan 1.000 euro.

2. Inflatie

Een tweede factor waar defensieve beleggers rekening mee moeten houden is de inflatie die ervoor zorgt dat geld minder waard wordt. Met € 1.000 kunt u nu vermoedelijk meer kopen dan over 10 jaar. Hoe hoger de inflatie, des te lager is de koopkracht van uw vermogen in de toekomst.

3. Belasting

Ten slotte is er nog de vermogensbelasting in Box 3 van de Inkomstenbelasting. Het is nog niet helemaal duidelijk wat er gaat gebeuren met deze belasting. Er loopt momenteel een aantal rechtszaken vanwege het feit dat er in Box 3 te weinig rekening wordt gehouden met het werkelijk gerealiseerd rendement.

Het vermogen in box 3 bestaat nu uit drie categorieën: banktegoeden (waaronder spaargeld), overige bezittingen (waaronder beleggingen) en schulden. De definitieve forfaitaire rendementen voor 2023 zijn als volgt vastgesteld:

Banktegoeden

0.92%

Overige bezittingen

6.17%

Schulden

2.46%

Het is de bedoeling dat dit vanaf 2027 verandert. Het fictief rendement voor beleggen is voor 2023 vastgesteld op 6,17% ongeacht het daadwerkelijk gerealiseerde rendement. Er bestaat dus de kans dat u over een hoger rendement belasting moet betalen dan u werkelijk gerealiseerd heeft.

Box 3: Het ministerie van financiën heeft het fictief rendement voor 2023 vastgesteld op 6,17%, waar 32% belasting over moet worden betaald. Een deel van het vermogen is vrijgesteld. Mensen zonder fiscale partner hebben een heffingsvrij vermogen van 57.000 euro, mensen met fiscale partner 114.000 euro. Dus stel, een alleenstaande heeft 100.000 euro belegd, dan moet hij of zij 849 euro belasting betalen. (100.000 – 57.000 x 0,0617 x 0,32).

 

Lees hier meer over Box 3

Beleggen brengt risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk dat u zich bewust bent van de mogelijkheden en de risico’s die aan beleggen verbonden zijn. Er zijn meerdere factoren en persoonlijke omstandigheden die een rol spelen zoals bijvoorbeeld uw beleggingsdoel, hoe lang u wilt beleggen, hoeveel risico u accepteert en uw fiscale positie. Daarnaast zijn er aan beleggen ook kosten verbonden die invloed hebben op uw uiteindelijke rendement.

Wilt u ons persoonlijk spreken?

Hebt u ergens vragen over? Onze vermogenscoaches staan klaar om met u te sparren of u te begeleiden bij uw keuze.

Maak nu vrijblijvend een afspraak

Gerelateerd

3.12.146.111