Griekenland, hoe nu verder?

Afgelopen weekeinde zijn de onderhandelingen tussen Griekenland en zijn schuldeisers beëindigd. De Grieken zijn van de onderhandelingstafel weggelopen. Wat de mogelijke gevolgen zijn van deze situatie legt de hoofdeconoom van Van Lanschot Luc Aben uit.

Wat is de situatie?

Griekenland moet dinsdag 30 juni € 1,5 miljard terugbetalen aan het IMF. En dat geld is er niet. Het land had de laatste schijf uit het vorige reddingsplan nodig om die IMF-betaling te kunnen voldoen.
De Griekse regering kon zich echter niet vinden in de voorwaarden die de geldschieters stelden. Hoewel de onderhandelingen nog volop liepen, besloot ze die voorwaarden voor te leggen aan de bevolking via een referendum. De situatie heeft daarmee plotseling een onverwachte wending genomen. Het referendum staat pas gepland voor zondag 5 juli. Een paar dagen na de vervaldag van de IMF-betaling dus. Ondertussen halen de Grieken massaal geld van de bank. Griekse banken hinken hierdoor tegen een tekort aan liquiditeiten aan. De ECB gaf hen de voorbije maanden massaal steun (de ELA-kredieten), maar wenst het volume van deze noodsteun niet langer op te trekken.

Hoe moeten we dit interpreteren?

Op korte termijn zijn de banken het grootste probleem. Zonder verdere noodsteun van de ECB vallen zij naar verwachting om. Daarom besloot de Griekse regering zondagavond de banken minstens voor een week te sluiten en kapitaalcontroles op te leggen. De (niet-)betaling aan het IMF is belangrijk, maar hoeft op zich nog geen ramp te zijn. Volgens de regels heeft het IMF dertig dagen om de niet-betaling vast te stellen. Vanuit dat oogpunt is er dus nog tijd om alsnog tot een oplossing te komen. Vraag is of het IMF zo lang zal wachten. Kredietbeoordelaars als S&P, Moody’s en Fitch zullen deze gebeurtenis in ieder geval niet aangrijpen om de rating van Griekenland naar het allerlaagste niveau te brengen. Dat doen ze enkel bij wanbetaling aan private schuldeisers.

Hoe nu verder?

In de veronderstelling dat het referendum doorgaat en niet alsnog wordt afgeblazen zoals in 2012 wijzen opiniepeilingen erop dat een meerderheid van de Grieken in de euro wil blijven. De kans op een ‘ja’ bij het referendum is dus reëel. Dat geeft deze Griekse regering (of haar eventuele opvolger indien de huidige regering niet meer kan/wil aanblijven) de mogelijkheid om toch een akkoord met de schuldeisers te sluiten. Bij een ‘nee’-uitslag sleept de Griekse regering ofwel iets uit het vuur na nieuwe gesprekken, ofwel verlaat Griekenland uiteindelijk de euro.

Wat met de financiële markten?

De eerste reactie van markten zal wellicht turbulent zijn. Op de obligatiemarkten zullen beleggers testen of de ECB voldoende bereid is te interveniëren en de markten te stabiliseren. De ECB heeft hier in ieder geval voldoende munitie voor (onder andere de OMT- en QE-programma’s). Ze heeft ook gesuggereerd die inderdaad in te zetten. Dit zal de komende tijd cruciaal zijn. Ervan uitgaande dat de kans op een Grexit is toegenomen, zegt de logica dat aandelen onder druk komen, net als de euro. Op de obligatiemarkten zouden obligatiekoersen van euro-kernlanden moeten stijgen, terwijl wellicht het tegenovergestelde gebeurt met de obligaties van andere landen uit de periferie en bedrijfsobligaties. De logische marktreactie zou de komende tijd dus samengevat kunnen worden als ‘afbouw van risico’. Vraag is hoe lang dit pessimisme aanhoudt. Zoals gesteld is de reactie van de ECB hierin cruciaal. Bovendien vormt het kleine Griekenland wellicht geen hindernis voor het Europese economische herstel. Slechts een klein deel van de Griekse schuld is ook in private handen. Dat maakt de situatie fundamenteel verschillend met de val van Lehman. Financieel-economisch zijn de Griekse problemen dus behapbaar. Alleen als markten fors en aanhoudend zouden corrigeren, vergroot dit het gevaar dat er via die weg alsnog ernstige besmetting op de reële economie plaatsvindt. Na enige tijd zouden markten zelfs opgelucht kunnen reageren, omdat er eindelijk duidelijkheid is en het schijnbaar eindeloze Griekse drama achter de rug is. Ook het Europese signaal naar andere landen, dat solidariteit eindig is, kan een dergelijke opluchting teweegbrengen. Het impliceert immers dat ieder land vaart moet blijven maken met zijn eigen hervormingen om de economie competitief en veerkrachtig te maken. Voorlopig voeren wij dan ook geen verdere aanpassingen door in ons beleggingsbeleid. Afhankelijk van het verdere verloop van de feiten kunnen we deze mening herzien. Dergelijke herziening kan betekenen dat we alsnog risico afbouwen, maar evenzeer dat we de aandelenposities ophogen in geval van een in onze ogen overdreven reactie. Bij een te sterk oplopen van staatsobligaties uit kernlanden, kunnen we op enig moment ook besluiten om hierin winst te nemen. Nogmaals, het verloop van zowel de politieke als marktfeiten zullen de doorslag geven. Naast de reeds aangehaalde elementen, zoals de reactie van de ECB, zal ook het behoud van de politieke eensgezindheid tussen de andere eurolanden een sleutelfactor zijn.

Vragen?

Wanneer u nog vragen hebt neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag. Mail ons via info@evivanlanschot.nl of bel tijdens kantooruren op 020-354 45 45.

Groet,
Evi

44.192.95.161