Prinsjesdag 2022; de 7 belangrijkste veranderingen

De derde dinsdag van september is voorbij, de hoedjes zijn weer opgeborgen en minister Kaag van Financiën heeft het Belastingplan 2023 gepresenteerd. Wat zijn de belangrijkste veranderingen en waar kunt u nu al rekening mee houden?
1. Wat gebeurt er in box 3?
Voor 2023 tot en met 2025 geldt de spaarvariant die is onderverdeeld in drie categorieën:
- Spaargeld (inclusief contant geld*)
- Overige bezittingen
- Schulden
Voor elke categorie geldt dat de belastingdienst inschat hoeveel rendement er in het hele jaar is behaald. Dit is het forfaitair rendementspercentage, ook wel fictief rendement genoemd. Voor ‘spaargeld’ en ‘schulden’ wordt dat percentage vastgesteld aan het einde van het lopende belastingjaar. Bij ‘overige bezittingen’ is het bekend aan het begin van het jaar.
De peildatum blijft 1 januari. Er is een antimisbruikregeling, speciaal om te voorkomen dat mensen rond deze datum tijdelijk overige bezittingen omzetten naar spaargeld of tijdelijk schulden aangaan met de bedoeling om minder belasting te betalen. Het gaat dan om transacties in een periode van drie maanden rond de peildatum. Deze antimisbruikregeling geldt niet als u aannemelijk kunt maken dat er geen intentie was om belasting te verminderen.
Het heffingsvrij vermogen gaat omhoog in 2023, naar € 57.000 per belastingplichtige. Het belastingtarief gaat van 31% naar 32%. Dit blijft jaarlijks oplopen met 1%, zodat het tarief 34% zal zijn in 2025.
2. Inkomstenbelasting in box 1
In box 1 gaat de inkomstenbelasting in de eerste schijf in 2023 iets omlaag. Van 37,07% naar 36,93% om precies te zijn. Bij inkomen vanaf € 73.071 blijft het toptarief van 49,5% gelden.
3. Aftrekposten
Door eerdere belastingplannen daalt in 2023 het tarief voor de aftrek van giften en partneralimentatie naar 36,93%. Ook is er een gemaximaliseerde periodieke gift per huishouden van € 250.000. Het is nog onduidelijk of dit bedrag per jaar is, of dat dit een optelsom is van alle periodieke schenkingen.
4. Overdrachtsbelasting: nog steeds 0% voor starters
Bij de aankoop van een eigen huis waar u zelf gaat wonen, blijft de overdrachtsbelasting 2%. Fijn voor starters: zijn zij jonger dan 35 jaar en is de waarde van de woning lager dan € 440.000, dan is hun tarief 0%. Voor overig onroerend goed (bijvoorbeeld vakantiehuizen of beleggingspanden) gaat de overdrachtsbelasting in 2023 omhoog van 8% naar 10,4%.
5. Jubelton (schenking voor eigen woning)
De jubelton is in 2023 geen ton meer, want zakt van € 106.672 naar € 28.947. In 2024 wordt de jubelton helemaal afgeschaft. Als u in 2022 een deel van de jubelton schenkt, is het overigens wel toegestaan om dat bedrag in 2023 nog aan te vullen tot € 106.672. Dan moet de ontvanger van de schenking wel aan de voorwaarden blijven voldoen (tussen 18 en 40 jaar oud). Start u met schenken in 2023, dan vervalt de spreidingsmogelijkheid. De ontvanger van de jubelton moet de ontvangen schenking in het lopende jaar, of uiterlijk in twee jaar daarna, uitgeven aan de eigen woning.
6. Schenk- en erfbelasting
Schenken of erven wordt in 2023 hetzelfde belast als vorig jaar. De eerste schijf gaat wel van € 130.425 naar € 137.077.
Belaste verkrijging | Tariefgroep I Partner en kinderen | Tariefgroep IA Kleinkinderen |
Tariefgroep II |
---|---|---|---|
0-137.077 | 10% | 18% | 30% |
> 137.007 | 20% | 36% | 40% |
7. Duurzaamheid: groen beleggen loont
Het kabinet wil de btw op zonnepanelen op woningen vanaf 1 januari 2023 afschaffen. Hierdoor hoeft u als particulier de btw niet meer terug te vragen bij de Belastingdienst.
De salderingsregeling wordt verlengd tot en met 31 december 2024. Zo krijgen consumenten nog twee jaar langer hetzelfde tarief voor hun zonnestroom als wat ze betalen aan hun energieleverancier. Maar de afbouw van deze regeling gaat na 2025 snel, want per 1 januari 2031 moet het helemaal afgelopen zijn.
Groen sparen en beleggen krijgt van de regering een steun in de rug. Dat blijkt uit twee nieuwe rubrieken in de aangifte van box 3, namelijk groene spaartegoeden en groene beleggingen. Het voorstel is om de vrijstelling van € 61.215 in box 3 eerst in mindering te brengen op de groene beleggingen. Wat er daarna nog over is van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene spaartegoeden. Dit biedt de belastingbetaler het meeste voordeel.
Als de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan, is het Belastingplan 2023 per 1 januari 2023 effectief. Wij houden u op de hoogte van belangrijke veranderingen!
Geschreven naar de stand van zaken op 21 september 2022.
* Voor de periode 2017 tot 2022 valt contant geld niet onder spaargelden, maar onder de categorie overige bezittingen.