Hoofdeconoom Luc Aben over economisch herstel na corona

Luc Aben - Evi van Lanschot

We maken uitgebreider kennis met de mensen van Evi. Wat vinden ze leuk aan hun werk? Deze keer in Leer de kenner kennen, videobellen we met Luc Aben, hoofdeconoom van Van Lanschot Kempen, over het herstel van de economie na corona en waarom hij thuiswerken vreselijk vindt.

We kunnen de coronaperiode bijna afsluiten, hoe staat de economie erbij?

‘Zoals de president van de Nederlandsche Bank Klaas Knot een aantal maanden geleden zei, er zijn drie belangrijke economische maatregelen die we kunnen nemen in deze pandemie: prikken, prikken, prikken.

De groeiverwachtingen van de Wereldbank, de OESO en andere organisaties gaan allemaal omhoog, naarmate het vaccinatietempo vordert. Economisch gezien mogen we positief zijn. Als beleggers mogen we dat ook zijn, omdat de bedrijfswinsten mee omhoog gaan. Voor een deel is dat ook een terugkeer naar normaal, de winsten zijn bij sommige bedrijven natuurlijk enorm gedaald. De dienstensector kreeg de klappen; toerisme en transport. Dat is anders dan bij vorige crises, waarbij het meestal de industrie was die het hardst getroffen werd.

Deze keer kwam de oorzaak van buiten het economische systeem. Als die externe oorzaak verdwijnt, kan het herstel snel plaatsvinden omdat alle ketens en structuren intact zijn gebleven. En overheden zijn fors bijgesprongen in de coronaperiode en zullen dat voorlopig blijven doen.’ 

Er wordt gezegd dat er ‘roaring twenties’ op komst zijn, hoe zie jij dat?

‘Dat zou kunnen, maar er is een verschil tussen tijdelijk meer uitgeven of structureel meer uitgeven. Vergelijk het met een voetballer die één briljante actie heeft versus iemand die negentig minuten lang goed speelt. Met name in de goederensector zijn er nu tekorten, maar ik denk dat we onze uitgaven weer wat meer gaan spreiden naarmate de economie verder open kan.

Op een gegeven moment ben je ook wel klaar met spulletjes kopen. De laatste twaalf maanden hebben mensen veel uitgegeven aan het opknappen van de tuin en het huis, maar als dat af is, is het af. En je kunt ook niet een vol jaar op vakantie. Ik denk dat het een korte, hevige piek wordt en geen jarenlange stijging van bestedingen.’

Wat zijn meer langlopende economische trends?

‘Er komt meer aandacht voor ongelijkheid. We zitten in wat ik een ‘gelehesjescultuur’ noem. Pre-corona was dat al zo, door de pandemie is de turbo op deze ontwikkeling gezet. De rem is van de begrotingen gehaald. En dat zie ik niet snel weer veranderen. Je kunt ongelijkheid aanpakken door de belasting te verlagen voor lagere en middeninkomens. Dat verwacht ik in Europa en de Verenigde Staten.

Dat kost op korte termijn geld. Maar het levert koopkracht op. Bijvoorbeeld bij de zogeheten cruciale beroepen zoals zorgverleners, kappers, leraren en politieagenten. We zijn er de afgelopen maanden als maatschappij veel meer van doordrongen hoe belangrijk die zijn. En deze groep kan voor meer groei zorgen, omdat zij het geld ook daadwerkelijk uitgeven.

Verder zijn de energietransitie en verduurzaming belangrijk, levensnoodzakelijk zelfs. Die ontwikkelingen moet je daarom ook met een bredere bril bekijken en niet alleen vanuit de invalshoek: wat is de impact op de bedrijfswinsten.’

Waar krijg jij als hoofdeconoom vaak vragen over?

‘Vaak over inflatie en of alle schulden die zijn opgebouwd houdbaar zijn. Daar maken mensen zich zorgen over. Ik denk dat het activisme van centrale banken een blijvertje is. Op inflatie moeten we alerter zijn dan een aantal jaren terug.

Maar er wordt al zo lang inflatieangst aangewakkerd, en telkens komt het doemscenario niet uit. De factoren die hebben bijgedragen aan het gebrek aan inflatie zijn namelijk niet weg. Globalisering bijvoorbeeld, die blijft. Misschien krijgen we een de-China-isering en worden we minder afhankelijk van dat land.

Digitalisering, die zet ook door. En er zit waarschijnlijk nog veel onbenut arbeidspotentieel in de economie. Inflatie ontstaat vooral bij krapte op de arbeidsmarkt. En het geld wil ook nog niet rollen: er is te weinig vertrouwen. En zolang we niet structureel massaal geld uit gaan geven, blijft die al te hoge inflatie weg.’

Heeft de coronaperiode geleid tot duurzamer gedrag bij mensen en bedrijven?

‘Ik weet het niet. Toen corona twee, drie maanden bezig was kwam die vraag ook vaak. Maar gewoontes zijn hardnekkig. Een overheid die een meer sturende rol speelt, dat kan werken. Onder druk van beleggers was het duurzaamheidsverhaal al doorgedrongen bij ondernemingen. Maar dat is anders dan breed maatschappelijk en vanuit de politiek een duw geven aan iets als de energietransitie.

In Europa was dat bewustzijn er al langer. Amerika maakt nu onder leiding van Joe Biden een hele scherpe bocht. Ze willen er gigantische bedragen aan koppelen. Maar spontaan anders, duurzamer gedrag van consumenten, dat moeten we nog wat afwachten. Neem het thuiswerken. In het begin waren we allemaal heel enthousiast, maar ik heb het idee dat veel mensen graag weer naar kantoor willen rijden.’

Geldt dat ook voor jou, dat je liever vandaag dan morgen weer naar kantoor gaat?

‘Driewerf ja. Ik woon in Antwerpen en zit normaal gesproken zo’n drie dagen per week in Amsterdam. De lockdownperiode ben ik alleen maar in België geweest. Mijn dochters zijn in de twintig en ineens waren we weer veel meer thuis met elkaar. Dat kan gelukkig, we hebben ruimte genoeg.

Nieuwe gewoontes heb ik niet echt ontwikkeld, ik ben geen extreem fanatiekere sporter geworden. Wat ik wel doe en dat hoor ik bij iedereen: veel meer werken. Ik ga straks graag weer naar Amsterdam. Ik haal mijn energie uit bijvoorbeeld een spontane brainstorm, als iemand iets geks zegt waardoor we anders na gaan denken over de invulling van de beleggingsportefeuilles. Dat mis ik nu. Je gooit een balletje op, maar niemand gooit ‘m terug.

Normaal gesproken geef ik zo’n zestig presentaties per jaar. Dat vind ik niet alleen leuk, maar ook nodig. Veel beleggingsstrategen zitten in een ivoren toren. Ik vind dat ik mijn verhaal op een logische en begrijpelijke manier aan iedereen moet kunnen uitleggen. Lukt dat niet, dan is dat vaak een belangrijk argument om een beleggingsidee niet uit te voeren. Dan klopt er misschien iets niet.’

Heb je nog specifiek tips voor Evi-beleggers?

‘Het mooie aan Evi is dat het laagdrempelig en toch persoonlijk is. Dat is ook goed als je bijvoorbeeld jong wilt beginnen. Dat is zeker zinvol, omdat de rente waarschijnlijk nog heel lang laag blijft. En vraag mij niet om met zekerheid te voorspellen hoe de beurs het de komende zes maanden gaat doen, maar ik weet wel dat het raadzaam is om langzaam maar zeker, systematisch een portefeuille op te bouwen. En een mooie gespreide portefeuille inrichten door periodiek te beleggen dat kan perfect met Evi.

Veel twintigers beleggen op een manier die eerder op gokken lijkt. Dat is een leuke manier om er kennis mee te maken, zolang je het doet met geld dat je kunt missen natuurlijk. Maar er is wel een verschil tussen iets opbouwen voor de lange termijn en een kortstondig adrenalineshot. Ik zie veel 45-jarigen bij mijn presentaties, maar het zouden wat mij betreft ook meer jongeren mogen zijn.’

Luc Aben’s visie op beleggen in de tweede helft van 2021

‘We zijn nog steeds positiever over aandelen, die zijn niet spotgoedkoop, maar er zijn ook weinig alternatieven. De techsector blijft op lange termijn interessant. Op de korte termijn is een aantal sectoren getroffen door Covid, die kunnen nu een inhaalslag maken. Denk aan de financiële sector en de energiesector.

Staatsobligaties worden blijvend ondersteund door de centrale banken, maar daar zit weinig potentieel meer in. Integendeel. Bij bedrijfsobligaties is het rendement ook bescheiden, afgezien van high yield. Bij een aantrekkende economie zijn die aantrekkelijk voor een portefeuille. De waardering van vastgoed hangt af van hoezeer we weer teruggaan naar het oude normaal qua werken en winkelen.

Vanuit het oogpunt van spreiding is het overigens altijd goed om je in te dekken tegen volledig onverwachte gebeurtenissen.’

Beluister de recente podcast van Luc Aben in de Evi app.

18.221.208.183