Brexit: onduidelijkheid niet groter, wel langer

Brexit

In december werd de stemming over het Brexit-akkoord in het Britse Lagerhuis op het laatste moment uitgesteld en overleefde de Britse premier May een vertrouwensstemming in haar eigen partij. Al die ontwikkelingen rondom de Brexit hebben weer voor onrust op de financiële markten gezorgd. Evi legt u uit hoe dit zit en welke gevolgen dit heeft.

Ontevredenheid over uitstel

Op maandag 10 december stelde May de stemming over het Brexit-akkoord uit. Maar dit uitstel leidde tot veel ontevredenheid. Bij het Britse volk, in het Britse Lagerhuis én in May’s eigen conservatieve partij. Woensdag 12 december werd daar gestemd over May’s leiderschap. May slaagde erin om een meerderheid van de partij achter zich te houden, en mag dus aanblijven.

Haar rest nu de taak om de tijd die ze gekocht heeft met het uitstel van de stemming over het Brexit-akkoord te gebruiken om te kijken of ze het akkoord nog aan kan laten passen. Want voor het huidige akkoord lijkt veel te weinig steun in het Britse Lagerhuis. May en de Britse parlementariërs willen meer toezeggingen van de EU over het belangrijkste struikelblok in het akkoord: de ‘Ierse backstop’.

Ierse backstop

De Ierse backstop moet garanderen dat er niet opnieuw een harde grens komt tussen Ierland en Noord-Ierland, dat tot Groot-Brittannië behoort. Want zo’n harde grens zou weer tot geweld in die regio kunnen leiden. In het huidige Brexit-akkoord staat dat als Groot-Brittannië en de Europese Unie (EU) tegen eind 2020 niet tot een vrijhandelsakkoord komen dat de ‘onzichtbaarheid’ van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland garandeert, Groot-Brittannië en de EU in een douane-unie blijven.

Een douane-unie betekent vrij verkeer van goederen én een gemeenschappelijke handelspolitiek tegenover derde landen. Met name dat laatste is wat voorstanders van de Brexit niet willen. Zij willen zélf akkoorden afsluiten met niet-EU landen. Daarnaast kan Groot-Brittannië niet op eigen houtje beslissen om de ‘backstop’ te beëindigen. En dat beschouwen voorstanders van de Brexit als een aantasting van hun soevereiniteit.

“Beleggers houden niet van onzekerheid”

De internationale aandelenmarkten reageerden de dag na de bekendmaking van het uitstel van de stemming slecht op dat nieuws. En ook in Groot-Brittannië zelf waren de gevolgen van het uitstel op 11 december goed zichtbaar. De koers van Britse staatsobligaties steeg die dag (omdat beleggers de veilige haven van het staatspapier opzochten), de Britse pond daalde die dag in waarde tegenover zowel de dollar als de euro en de FTSE 250 aandelenindex leverde 11 december 3,3 % in. “Beleggers houden niet van onzekerheid,” verklaart hoofdeconoom van Van Lanschot Luc Aben.

Alleen de Britse aandelenindex FTSE 100 sloot 11 december vrijwel ongewijzigd. Aben: “Deze aandelenindex bevat veel grote multinationals die hun omzet in het buitenland realiseren. Zij profiteren van de inkomsten in sterke(re) buitenlandse valuta. Voor de aandelen van kleinere bedrijven is dit ‘voordeel’ veel kleiner of afwezig. Die kleinere ondernemingen zijn vaak afhankelijk van de binnenlandse economie. Een economie die nu geteisterd dreigt te worden door aanhoudende onzekerheid en mogelijk minder hard gaat groeien.”

Deal of ‘harde Brexit’

Hoe lang de onzekerheid over een deal of geen deal tussen Groot-Brittannië en de EU gaat duren is op dit moment nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat er uiterlijk 21 januari alsnog in het Lagerhuis gestemd gaat worden over het akkoord. Waarschijnlijk in de week van 14 januari. En duidelijk is ook dat Groot-Brittannië op 29 maart 2019 uit de EU stapt. Met of zonder deal. 

Zonder deal is er dan sprake van een ‘harde Brexit’. In Groot-Brittannië zijn daar veel voorstanders van. Maar voor de economie is het eigenlijk onwenselijk. Aben: “Een harde Brexit kan het groeitempo tussen de meer op het binnenland gerichte bedrijven en exportbedrijven vergroten. De verzwakking van de pond en daarbij oplopende inflatie zijn dan kwade geesten.”

“In die situatie gaat onze beleggingsvoorkeur uit naar ondernemingen die veel omzet realiseren in het buitenland en juist de kosten maken in het ‘goedkopere’ Groot-Brittannië,” legt Aben uit. “Europese bedrijven met veel omzet in Groot-Brittannië zijn dan minder in trek. En ook Engelse ondernemingen die actief zijn op de Britse consumentenmarkt krijgen het dan lastiger vanwege koopkrachtverlies bij burgers.”

Geen reden om af te wijken van beleggingsbeleid

Ondanks dat het Brexit-proces muurvast lijkt te zitten, omdat de EU niet van plan lijkt om de afspraken over de Ierse backstop opnieuw te bekijken, zien zowel Evi als Van Lanschot nog geen reden om af te wijken van het huidige beleggingsbeleid.

“In essentie is de onduidelijkheid over hoe het nu verder moet met de Brexit niet groter geworden door het uitstel,” aldus Aben. “Enkel het moment waarop we enige helderheid zouden kunnen krijgen, is uitgesteld. De onduidelijkheid is dus niet groter geworden, maar duurt helaas nog wel iets langer.”

3.144.124.232