Hoe een economische crisis tóch tot inflatie leidt

Sterke inflatie Amerika en eurozone

In een economische crisis is de vraag naar goederen, diensten en arbeid lager dan het aanbod. In zo’n klimaat kunnen bedrijven hun prijzen niet verhogen en werknemers geen hogere lonen vragen. Ook in de coronacrisis viel de vraag sterk terug en werd kleiner dan het aanbod (de productiecapaciteit). Arbeidsmarkten waren ruim met hogere werkloosheid. Dat zou dus een neerwaartse druk op de inflatie moeten hebben.

Maar tijdens de coronapandemie lijkt eerder het omgekeerde te gebeuren. Ondanks overcapaciteit en hogere werkloosheid neemt de inflatie sterk toe en zijn de prijzen fors gestegen. Ondertussen is de inflatie hard opgelopen, in oktober tot 6,2% in de Verenigde Staten en tot 4,1% in de eurozone.

De kerninflatie, de inflatie zonder volatiele voedsel- en energieprijzen, vooral in Amerika met 4,6% hoog (in oktober). In de eurozone was dat met 2,1% lager, maar het is wel twee keer zo hoog als we de afgelopen jaren hebben gezien. Ter vergelijking: tussen 2010 en 2019 was de inflatie in de Verenigde Staten gemiddeld slechts 1,6% en in de eurozone 1,4%.


De grafiek toon de prijsstijgingen van alle goederen en diensten die consumenten aanschaffen.
Bron: Bloomberg, Kempen.

Verrassend snel economisch herstel

Dat er in de coronacrisis nu wel inflatie is, komt door enkele uitzonderlijke gevolgen van de coronapandemie. Zo was deze crisis bijvoorbeeld dieper dan we eerder in moderne economieën zagen, maar ook korter.

Tijdens de financiële crisis in 2008-2009 herstelde de economie zich langzamer, nu herstelt de economie zich verrassend snel. Dit komt door de miljardensteun van centrale banken en overheden aan bedrijven en consumenten, die de economie op de been hield. Dit snelle herstel verraste bedrijven. Gedwongen door de pandemie hadden zij hun productie vaak verminderd of stilgelegd. Investeringen werden uitgesteld. 

Dankzij de overheidssteun kwam de vraag van consumenten na een aanvankelijke schrikreactie sneller dan verwacht terug. En die vraag concentreerde zich vooral op goederen, want in lockdown gingen we niet op vakantie of uit eten, maar kochten we wel massaal nieuwe spullen. Deze plotsklaps grotere vraag rolde over de eerder afgenomen productie heen en leidde tot dalende voorraden en uiteindelijk tot tekorten. Het tekort aan microchips heeft zo bijvoorbeeld de productie van auto’s verstoord.

De tekorten aan goederen en onderdelen jagen nu de prijzen op en ze blijken hardnekkiger dan eerder werd aangenomen. Vandaar dat centrale banken schoorvoetend moeten toegeven dat de inflatie iets minder tijdelijk zal zijn, dan ze eerder beweerden. Nieuwe investeringen van bedrijven zullen de productiecapaciteit vergroten, maar dat kost tijd. Als de pandemie het toelaat dat de vraag van consumenten zich weer meer op diensten richt en minder op producten, zal dat de druk op de prijzen ook wat verminderen.

Schreeuwend tekort aan personeel

Een andere uitzonderlijke ontwikkeling in deze crisis is de krapte op de arbeidsmarkt. Vooral in de VS schreeuwen bedrijven om personeel: het aantal bedrijven dat zegt moeite te hebben om vacatures op te vullen is nog nooit zo hoog geweest. Tegenover ruim 10 miljoen vacatures staan maar 7,5 miljoen geregistreerde werklozen. Het aantal werknemers dat vrijwillig zijn of haar baan opzegt, staat op recordhoogte. Hierdoor zijn de lonen gestegen.

Ook in Nederland klagen werkgevers dat het moeilijk is om personeel te vinden. In de rest van de eurozone is dat wat minder het geval.

Hoe kan het dat de arbeidsmarkt tekenen van krapte vertoont, terwijl er veel minder mensen aan het werk zijn? Dat komt omdat  de arbeidsparticipatie is gedaald: in de VS met ruim 3 miljoen personen. In de eurozone is dit effect minder duidelijk. De arbeidsparticipatie in Duitsland en Italië is lager, maar in Frankrijk, Nederland en Spanje niet.

In de landen met een lagere participatie kan de krapte op de arbeidsmarkt tijdelijk zijn. Vanwege angst voor een coronabesmetting kunnen mensen terughoudend zijn om weer aan het werk te gaan. Of ze teren in op de financiële reserves die ze tijdens de coronacrisis hebben opgebouwd, tot die op zijn. Of ze bleven thuis voor de kinderen, wat niet meer hoeft als die weer naar school gaan.

Zeker in de VS is de lage arbeidsparticipatie hardnekkig en resulteert de krapte op de arbeidsmarkt in hogere lonen. Maar als het “verdwenen” arbeidsaanbod terugkomt, dan neemt de druk op de lonen af.

Hoge olie- en gasprijs

Ook energieprijzen spelen een belangrijke rol bij de inflatie. De olieprijs is in een jaar tijd verdubbeld en de Europese gasprijs is bijna verzevenvoudigd. Ook al maken energieprijzen maar een beperkt deel uit van het boodschappenmandje van de consument, toch leiden dergelijke hoge prijsstijgingen direct tot hogere inflatie.

Maar ook de hogere olie- en gasprijzen zijn waarschijnlijk tijdelijk. Energieprijzen kunnen de inflatie alleen hoog houden, als ze door blijven stijgen. Daar zit een grens aan. Er is ruimte genoeg voor gas- en olieproducerende landen om hun productie op te voeren (en dus het aanbod), ook al zijn ze daarmee vooralsnog terughoudend. Een andere rem op de inflatie is het mechanisme dat hoge energieprijzen de koopkracht van consumenten uithollen. Een lagere koopkracht betekent minder vraag en dat vertraagt de economie (wat de inflatie remt).

Tijdelijk karakter

Het uitbreken van de coronapandemie vroeg in 2020 en de scherpe economische vertraging leidden tot dalende prijzen. Aangezien inflatie de prijsstijging over een jaar meet, leidt dat een jaar later al gauw tot hogere inflatie. Dergelijke basiseffecten zijn tijdelijk, dus zou de inflatie dat in eerste instantie ook moeten zijn. Maar die basiseffecten zijn ondertussen voorbij en de inflatie is nog steeds hoog.

De inflatieverwachtingen van beleggers zijn inmiddels behoorlijk opgelopen. Een nuancering hierbij is dat die verwachtingen altijd wat buitenproportioneel reageren op hogere energieprijzen.

Al met al zijn er duidelijke aanwijzingen dat de huidige hoge inflatie komt door specifieke omstandigheden in de wereldeconomie, veroorzaakt door de coronacrisis. Als de economische situatie in de loop van 2022 normaliseert, dan zal de inflatie dat ook doen. Van Lanschot Kempen gaat dan ook uit van een tijdelijk hoge inflatie.

18.227.190.93