Belastingaangifte 2019: de belangrijkste veranderingen

Belastingaangifte 2019: de belangrijkste veranderingen

Sinds 1 maart 2020 kun je je belastingaangifte over 2019 indienen. Een belastingjaar met veel kleine veranderingen. Die zijn van invloed op hoeveel je straks aan belasting terugkrijgt. Of moet bijbetalen. Evi zet de belangrijkste zaken op een rij.

Veranderingen in belasting op eigen woning en vermogen

De details van de belastingheffing veranderen elk jaar een beetje. De overheid gebruikt de belastingen om het regeringsbeleid kracht bij te zetten. In 2019 lag de nadruk (opnieuw) op het afbouwen van de fiscale voordelen op de eigen woning. Ook wil de overheid de heffing op vermogen meer laten aansluiten bij je werkelijke rendement. Twijfel je over de fiscale gevolgen van beleggen en/of sparen in jouw situatie? Dan raden we je aan om advies in te winnen bij een fiscaal adviseur.

Veranderend fiscaal voordeel rond je eigen woning

Hypotheekrenteaftrek daalt
De overheid beperkt sinds een aantal jaar in kleine stapjes de hypotheekrenteaftrek. In 2019 waren de (rente)kosten van je eigen woning tegen maximaal 49% aftrekbaar in box 1. In 2018 was dit nog 49,5%. Hierdoor krijg je minder terug van de door jou betaalde hypotheekrente.

Eigenwoningforfait daalt
Bijna iedereen met een koopwoning moet in de belastingaangifte een deel van de waarde van de woning bij het inkomen optellen. Dit is het eigenwoningforfait. Het wordt als percentage van de WOZ waarde van de woning berekent.

Wat betekent een forfait?
De termen forfait en forfaitair worden in het Nederlands belastingrecht gebruikt om aan te geven dat niet wordt uitgegaan van de werkelijke situatie. In plaats daarvan is een veronderstelde waarde (bij de eigen woning) of een rendement (bij de belasting over je vermogen) het uitgangspunt voor de belastingheffing.

WOZ-waarde 2018 2019 2020
€ 0 - € 12.500 0% 0% 0%
€ 12.500 - € 25.000 0,25% 0,25% 0,20%
€ 25.500 - € 50.000 0,45% 0,35% 0,35%
€ 50.000 - € 75.000 0,55% 0,50% 0,45%
€ 75.000 - € 1.800.000 0,70% 0,65% 0,60%

In 2019 daalde het eigenwoningforfait voor een woning met een (WOZ-) waarde tussen €75.000 en €1.080.000. Heeft je woning een WOZ-waarde van €1.080.000 (bedrag 2019) of meer, dan betaal je over de waarde boven €1.080.000 nog eens 2,35% eigenwoningforfait (€ 1.060.000 in 2018, €1.090.000 in 2020).

Welk effect de daling van het tarief heeft op je aanslag of teruggave hangt af van je persoonlijke situatie. Huizenprijzen zijn op veel plaatsen in Nederland flink gestegen. Het voordeel van een lagere bijtelling valt dan weg tegen de hogere WOZ-waarde.

Aftrek wegens lage eigen woningschuld afgebouwd

Een speciale vrijstelling – ook wel de Wet Hillen genoemd – zorgt dat je met een (bijna) hypotheekvrij huis geen eigenwoningforfait betaalt. Je hebt recht op de aftrek als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten, zoals de hypotheekrenteaftrek. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen beiden. Vanaf 2019 bouwt het kabinet die vrijstelling in stapjes af. Elk jaar daalt de aftrek met 3,33%-punt, gedurende een periode van 30 jaar. Over 2019 is de aftrek 96,67%.

Minder fiscaal voordeel monument

Eigenaren van een monumentenwoning krijgen in de aangifte over 2019 voor het eerst te maken met het vervallen van een aantrekkelijke fiscale aftrekpost. Tot nu toe kon je 80% van de jaarlijkse onderhoudskosten aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. In 2019 is deze aftrekpost vervangen door een subsidie waarmee je een teruggave kunt aanvragen voor 38% van de kosten. Een versobering dus. In meerdere opzichten want het gaat hier alleen om de zogeheten instandhoudingskosten. Kosten die je maakt om het monument in goede staat te houden. Let op: de woonhuissubsidie over de gemaakte kosten in 2019 moet je tussen 1 maart en 30 april 2020 aanvragen.

Je vermogen anders belast

Op basis van je aangifte berekent de belastingdienst hoeveel belasting je moet betalen over het rendement op je vermogen in 2019. Niet het werkelijk behaalde rendement geldt. In plaats daarvan gaat de belastingdienst uit van een verondersteld rendement. Hierover betaal je 30 procent inkomstenbelasting. Er zijn nu drie rendementsklassen, afhankelijk van de hoogte van je vermogen. Het uitgangspunt: hoe meer vermogen, hoe meer rendement.

Groter verschil tussen sparen en beleggen

De overheid gaat er vanuit dat mensen met vermogen dankzij beleggen een goed rendement weten te behalen. In 2019 zijn de tarieven iets bijgesteld ten opzichte van 2018. Zo wil de belastingdienst kleine spaarders en mensen die nog vermogen aan het opbouwen zijn nog meer tegemoet komen. Is je vermogen omvangrijk, dan is het verwachte rendement hoger. En betaal je over het behaalde rendement in 2019 verhoudingsgewijs iets meer belasting.

Wil je meer weten?

Misschien wil je eens goed je beleggingen doornemen. Dat kan, Evi helpt graag. Neem contact op met onze online coaches. Of vraag een second opinion aan. 

44.192.67.10