Beleggers schrikken niet van sombere inkoopmanagers en hoge werkloosheid

Beleggers-schrikken-niet

In het kort ziet de update van onze hoofdeconoom er als volgt uit: De Europese economie draait op 25% lager toerental. De Europese leiders komen met steunpakket en eventuele stijgende inflatie is van later zorg.

Belangrijke indicator van de economie

De economische verwachtingen van inkoopmanagers van Europese bedrijven zijn nog lager dan de eerste inschattingen. En die waren al laag. Dat bleek eind vorige week toen de Europese Markit PMI’s voor maart werden gepubliceerd. Deze gelden als een belangrijke indicator van de economie.

Voor de eurozone is de PMI voor de maakindustrie afgezwakt tot 44,5. Dat is ver onder het neutrale niveau van 50. In maart was dat nog 49,2. Bij de voorlopige cijfers voor maart gingen analisten uit van 44,8.

Voor de dienstensector waren de cijfers nog dramatischer. De PMI voor de dienstensector daalde in maart naar 26,4. In februari stond de index met 52,6 nog aan de positieve kant van de streep. Voor maart was een index van 28,4 verwacht.

Vooral de economieën van Spanje en Italië zijn in een vrije val geraakt met een realiteit die in beide landen wellicht nog nijpender is dan de PMI’s doen vermoeden: de enquête onder de inkoopmanagers gebeurde immers voordat de regeringen in die landen alle niet-essentiële ondernemingen stillegden.

Beleggers schrikken niet

Toch schrokken de financiële markten niet van de lage stand van de inkoopmanagersindex in Europa. Net zomin als dat ze schrokken van de 701.000 banen die in de Verenigde Staten in maart verloren gingen. Ook hier zijn de cijfers rooskleuriger dan de daadwerkelijke situatie. Zo hebben in de tweede en derde week van maart tien miljoen Amerikanen een aanvraag ingediend voor een werkloosheidsvergoeding. Het cijfer voor afgelopen week komt donderdag. De inschatting is dat 5 miljoen Amerikanen zich hebben gemeld voor een WW-uitkering.

In één maand tijd beschouwen beleggers een economische krimp van 5% tot 10% voor geheel 2020 als ‘normaal’. Er komt ook steeds meer bevestiging dat de (Europese) economie op dit moment op een 25% lager toerental draait dan gemiddeld.

Italië bemoedigend, VS zorgwekkend

We kunnen alleen maar herhalen - tot vervelens toe - dat twee factoren de uiteindelijke economische schade bepalen: de verdere verspreiding van het Covid-19-virus en de duur van de maatregelen die het sociale en economische leven platleggen.

In Italië (en ook wel Spanje) zijn er voor de verspreiding van het coronavirus een aantal bemoedigende signalen. Hoewel het traag gaat, lijkt de verspreiding in deze landen af te nemen. Maar we kijken met een bezorgde blik naar de Verenigde Staten waar Covid-19 in alle hevigheid toeslaat. In China is het opletten dat er geen tweede virusgolf uitbreekt nu het land geleidelijk weer opstart.

Chinese ervaring: hervatten economie gaat geleidelijk

De ervaring in China leert dat de herstart van de economie geleidelijk gebeurt. Ondernemingen en consumenten blijven voorzichtig. Met name de dienstensectoren hebben daar last van, omdat ‘menselijk contact’ daar vaak centraal staat. Dat is evident, omdat ‘social distancing’ inmiddels stevig is ingeprent.

Zelfs als de economie zich vanaf het derde kwartaal herpakt dan duurt het wellicht minstens tot medio 2021 voordat het economisch volume wereldwijd weer op peil is. In de tussentijd moeten de ondersteunende overheidsmaatregelen voldoende financiële zuurstof blijven leveren.

In de eurozone gaan de discussies over overheidssteun niet van een leien dakje. De oude tegenstellingen tussen noordelijk en zuidelijk Europa woeden weer volop. Deze week zullen staats- en regeringsleiders naar verwachting met een gezamenlijk steunpakket voor de zwaarst getroffen landen (Italië, Spanje, Portugal) komen. Dat zal een typisch Europees compromis worden: de oplossing is niet optimaal, maar kan wel de politieke eenheid bewaren.

Inflatie niet eerste zorg

Op langere termijn kan inflatie in de VS, maar ook in Europa, weer meer op de voorgrond treden. De ruimte beschikking over kapitaal kan tot inflatie leiden.

Het is moeilijk in te denken dat het ruime begrotingsbeleid van overheden snel wordt teruggeschroefd. Denk maar aan het maatschappelijke ongenoegen tegen een zuinig begrotingsbeleid dat al vóór de coronacrisis groeide, met name in Europa. Daarnaast is moeilijk in te zien dat centrale banken snel enige verkrapping van hun geldbeleid inzetten. De economie kan niet snel van het zuurstof worden afgehaald zonder weer in de problemen te komen.

Maar daarnaast zullen bedrijven en consumenten wellicht nog geruime tijd voorzichtig blijven met besteden. Dat kan een eventuele oplopende inflatie onder de duim houden. De toekomst wijst uit welke krachten overheersen en winnen. Eerst maar eens Covid-19 overwinnen.

18.117.81.240